Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. kidnapper:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. kidnapper:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor kidnapper (Frans) in het Nederlands

kidnapper:

kidnapper werkwoord (kidnappe, kidnappes, kidnappons, kidnappez, )

  1. kidnapper (enlever; ravir)
    kidnappen; ontvoeren
    • kidnappen werkwoord (kidnap, kidnapt, kidnapte, kidnapten, gekidnapt)
    • ontvoeren werkwoord (ontvoer, ontvoert, ontvoerde, ontvoerden, ontvoerd)
  2. kidnapper (ravir; enlever)
    schaken
    • schaken werkwoord (schaak, schaakt, schaakte, schaakten, geschaakt)

Conjugations for kidnapper:

Présent
  1. kidnappe
  2. kidnappes
  3. kidnappe
  4. kidnappons
  5. kidnappez
  6. kidnappent
imparfait
  1. kidnappais
  2. kidnappais
  3. kidnappait
  4. kidnappions
  5. kidnappiez
  6. kidnappaient
passé simple
  1. kidnappai
  2. kidnappas
  3. kidnappa
  4. kidnappâmes
  5. kidnappâtes
  6. kidnappèrent
futur simple
  1. kidnapperai
  2. kidnapperas
  3. kidnappera
  4. kidnapperons
  5. kidnapperez
  6. kidnapperont
subjonctif présent
  1. que je kidnappe
  2. que tu kidnappes
  3. qu'il kidnappe
  4. que nous kidnappions
  5. que vous kidnappiez
  6. qu'ils kidnappent
conditionnel présent
  1. kidnapperais
  2. kidnapperais
  3. kidnapperait
  4. kidnapperions
  5. kidnapperiez
  6. kidnapperaient
passé composé
  1. ai kidnappé
  2. as kidnappé
  3. a kidnappé
  4. avons kidnappé
  5. avez kidnappé
  6. ont kidnappé
divers
  1. kidnappe!
  2. kidnappez!
  3. kidnappons!
  4. kidnappé
  5. kidnappant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor kidnapper:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schaken jeu d'échecs
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kidnappen enlever; kidnapper; ravir
ontvoeren enlever; kidnapper; ravir
schaken enlever; kidnapper; ravir

Synoniemen voor "kidnapper":


Wiktionary: kidnapper

kidnapper
verb
  1. enlever une personne en vue de demander une rançon.
kidnapper
verb
  1. wederrechtelijk en onder dwang iemand weghalen

Cross Translation:
FromToVia
kidnapper kidnappen; ontvoeren kidnap — to seize and detain a person unlawfully
kidnapper kapen entführen — jemanden (oder etwas in dem sich Personen befinden) heimlich oder gewaltsam wegbringen, verschleppen



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kidnapper (Nederlands) in het Frans

kidnapper:

kidnapper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kidnapper (gijzelnemer; gijzelhouder)
    le kidnappeur; le ravisseur; le preneur d'otages
  2. de kidnapper (ontvoerder)
    le ravisseur; le kidnappeur

Vertaal Matrix voor kidnapper:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kidnappeur gijzelhouder; gijzelnemer; kidnapper; ontvoerder gijzelaar; gijzelhouder; gijzelnemer
preneur d'otages gijzelhouder; gijzelnemer; kidnapper gijzelhouder; gijzelnemer
ravisseur gijzelhouder; gijzelnemer; kidnapper; ontvoerder gijzelaar; gijzelhouder; gijzelnemer

Verwante woorden van "kidnapper":

  • kidnappers

Wiktionary: kidnapper

kidnapper
noun
  1. iemand die mensen kidnapt of ontvoert

Cross Translation:
FromToVia
kidnapper abducteur; abducteuse abductor — kidnapper