Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: laisser aller

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: laisser aller

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. laisser aller:
  2. laisser-aller:
  3. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor laisser aller (Frans) in het Nederlands

laisser aller:

laisser aller werkwoord

  1. laisser aller (mettre en liberté; libérer; lâcher; )
    vrijlaten; in vrijheid stellen; bevrijden; losmaken; van de boeien ontdoen; loslaten
    • vrijlaten werkwoord (laat vrij, liet vrij, lieten vrij, vrijgelaten)
    • in vrijheid stellen werkwoord (stel in vrijheid, stelt in vrijheid, stelde in vrijheid, stelden in vrijheid, in vrijheid gesteld)
    • bevrijden werkwoord (bevrijd, bevrijdt, bevrijdde, bevrijdden, bevrijd)
    • losmaken werkwoord (maak los, maakt los, maakte los, maakten los, losgemaakt)
    • van de boeien ontdoen werkwoord (ontdoe van de boeien, ontdoet van de boeien, ontdeed van de boeien, ontdeden van de boeien, van de boeien ontdaan)
    • loslaten werkwoord (laat los, liet los, lieten los, losgelaten)
  2. laisser aller (laisser partir)
    laten gaan; laten lopen; niet vasthouden

Vertaal Matrix voor laisser aller:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bevrijden libération; relâchement
loslaten libération; relâchement
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bevrijden affranchir; déchaîner; délivrer; exempter; laisser; laisser aller; laisser libre; libérer; lâcher; mettre en liberté; relâcher; soulager affranchir; dégager; désencombrer; laisser libre; liberalisér; libérer; mettre en liberté
in vrijheid stellen affranchir; déchaîner; délivrer; exempter; laisser; laisser aller; laisser libre; libérer; lâcher; mettre en liberté; relâcher; soulager
laten gaan laisser aller; laisser partir amnistier; libérer; lâcher; révéler
laten lopen laisser aller; laisser partir
loslaten affranchir; déchaîner; délivrer; exempter; laisser; laisser aller; laisser libre; libérer; lâcher; mettre en liberté; relâcher; soulager amnistier; libérer; lâcher; révéler
losmaken affranchir; déchaîner; délivrer; exempter; laisser; laisser aller; laisser libre; libérer; lâcher; mettre en liberté; relâcher; soulager amener; causer; curer; desserrer; débrancher; débrayer; déconnecter; découdre; défaire; dégager; dégrafer; dénouer; désépingler; détacher; dételer; dévisser; enlever le fumier de; libérer; nettoyer; nettoyer à fond; ouvrir
niet vasthouden laisser aller; laisser partir lâcher; révéler
van de boeien ontdoen affranchir; déchaîner; délivrer; exempter; laisser; laisser aller; laisser libre; libérer; lâcher; mettre en liberté; relâcher; soulager détacher les menottes
vrijlaten affranchir; déchaîner; délivrer; exempter; laisser; laisser aller; laisser libre; libérer; lâcher; mettre en liberté; relâcher; soulager amnistier; libérer

laisser-aller:

laisser-aller [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le laisser-aller (désinvolture; négligence; nonchalance)
    de achteloosheid; de nonchalance
  2. le laisser-aller (insouciance; nonchalance)
    de onbezorgdheid; de zorgeloosheid

Vertaal Matrix voor laisser-aller:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achteloosheid désinvolture; laisser-aller; nonchalance; négligence
nonchalance désinvolture; laisser-aller; nonchalance; négligence
onbezorgdheid insouciance; laisser-aller; nonchalance
zorgeloosheid insouciance; laisser-aller; nonchalance

Synoniemen voor "laisser-aller":


Wiktionary: laisser-aller

laisser-aller
noun
  1. manque de rigueur, laxisme, négligence dans les manières, mollesse dans la conduite.

Verwante vertalingen van laisser aller







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0387 seconde
Page rendered in 1.0 seconds