Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: mâchoire

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: mâchoire

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

mâchoire:
- Wiktionary:
  mâchoire → kaak, kakement, klem
  mâchoire → kaak, wang
- Gebruikers suggesties voor mâchoire:
  kaak
- Synoniemen voor "mâchoire":
  maxillaire; bouche; dentition; denture; dents; mandibule

Frans

Uitgebreide vertaling voor mâchoire (Frans) in het Nederlands

mâchoire:

Synoniemen voor "mâchoire":

maxillaire; bouche; dentition; denture; dents; mandibule

Wiktionary: mâchoire

mâchoire

noun

chacun des deux parties osseuses de la bouche dans lesquelles les dents enchâsser.
- mâchoire → kaak; kakement

mâchoire

noun

het beendergestel dat de mondholte omsluit en waarin de tanden en kiezen geplaatst zijn
- kaak → mâchoire
een werktuig waarin iets door samendrukken bijeengehouden of vastgezet kan worden
- klem → mâchoire

Cross Translation:

From	To	Via
• mâchoire	→ kaak	↔ jaw — bone of the jaw
• mâchoire	→ wang	↔ jowl — jaw

Verwante vertalingen van mâchoire