Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: manipuler

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: manipuler

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. manipuler:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor manipuler (Frans) in het Nederlands

manipuler:

manipuler werkwoord (manipule, manipules, manipulons, manipulez, )

  1. manipuler (s'y prendre; opérer; procéder; )
    werken; opereren; manipuleren; te werk gaan; procederen; optreden; handelen; leven
    • werken werkwoord (werk, werkt, werkte, werkten, gewerkt)
    • opereren werkwoord (opereer, opereert, opereerde, opereerden, geopereerd)
    • manipuleren werkwoord
    • te werk gaan werkwoord (ga te werk, gaat te werk, ging te werk, gingen te werk, te werk gegaan)
    • procederen werkwoord (procedeer, procedeert, procedeerde, procedeerden, geprocedeerd)
    • optreden werkwoord (treed op, treedt op, trad op, traden op, opgetreden)
    • handelen werkwoord (handel, handelt, handelde, handelden, gehandeld)
    • leven werkwoord (leef, leeft, leefde, leefden, geleefd)
  2. manipuler (traiter; façonner; soigner; manier)
    behandelen; onder behandeling nemen
  3. manipuler
    manipuleren

Conjugations for manipuler:

Présent
  1. manipule
  2. manipules
  3. manipule
  4. manipulons
  5. manipulez
  6. manipulent
imparfait
  1. manipulais
  2. manipulais
  3. manipulait
  4. manipulions
  5. manipuliez
  6. manipulaient
passé simple
  1. manipulai
  2. manipulas
  3. manipula
  4. manipulâmes
  5. manipulâtes
  6. manipulèrent
futur simple
  1. manipulerai
  2. manipuleras
  3. manipulera
  4. manipulerons
  5. manipulerez
  6. manipuleront
subjonctif présent
  1. que je manipule
  2. que tu manipules
  3. qu'il manipule
  4. que nous manipulions
  5. que vous manipuliez
  6. qu'ils manipulent
conditionnel présent
  1. manipulerais
  2. manipulerais
  3. manipulerait
  4. manipulerions
  5. manipuleriez
  6. manipuleraient
passé composé
  1. ai manipulé
  2. as manipulé
  3. a manipulé
  4. avons manipulé
  5. avez manipulé
  6. ont manipulé
divers
  1. manipule!
  2. manipulez!
  3. manipulons!
  5. manipulé
  6. manipulant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor manipuler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
handelen action; le fait d'agir
leven bousculade; brouhaha; bruit; chahut; charivari; cohue; effervescence; existence; presse; présence; réalité; tapage; tumulte; vacarme; vie; émoi
optreden attitude; comportement; conduite; façon; manière; manière de se comporter
werken conséquence; effet; fonctionnement; impact; implication
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
behandelen façonner; manier; manipuler; soigner; traiter régler; soigner; traiter; traiter à fond
handelen agir; faire marcher; faire un procès à; manipuler; mettre en marche; opérer; procéder; s'occuper de; s'y prendre accomplir; agir; exécuter; faire; faire du commerce; opérer; réaliser; s'acquitter de
leven agir; faire marcher; faire un procès à; manipuler; mettre en marche; opérer; procéder; s'occuper de; s'y prendre demeurer; exister; habiter; héberger; loger; résider; siéger; séjourner; vivre
manipuleren agir; faire marcher; faire un procès à; manipuler; mettre en marche; opérer; procéder; s'occuper de; s'y prendre
onder behandeling nemen façonner; manier; manipuler; soigner; traiter
opereren agir; faire marcher; faire un procès à; manipuler; mettre en marche; opérer; procéder; s'occuper de; s'y prendre
optreden agir; faire marcher; faire un procès à; manipuler; mettre en marche; opérer; procéder; s'occuper de; s'y prendre faire du théâtre; jouer; présenter un spectacle; se produire
procederen agir; faire marcher; faire un procès à; manipuler; mettre en marche; opérer; procéder; s'occuper de; s'y prendre
te werk gaan agir; faire marcher; faire un procès à; manipuler; mettre en marche; opérer; procéder; s'occuper de; s'y prendre
werken agir; faire marcher; faire un procès à; manipuler; mettre en marche; opérer; procéder; s'occuper de; s'y prendre effectuer; exécuter; réaliser; travailler

Synoniemen voor "manipuler":


Wiktionary: manipuler

manipuler
verb
  1. (overgankelijk) het met een bedrieglijke methode iets gedaan krijgen.
Cross Translation:
FromToVia
• manipuler → betasten; aanraken ↔ handle — to feel with the hand
• manipuler → behandelen; onder handen nemen; in de hand houden; houden ↔ handle — to use or hold with the hand
• manipuler → behandelen ↔ handle — to receive and transfer







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0501 seconde
Page rendered in 1.0 seconds