Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor mutuel (Frans) in het Nederlands

mutuel:

mutuel bijvoeglijk naamwoord

  1. mutuel (mutuelle; entre soi; réciproque; )
    wederzijds; onderling; van twee kanten; wederkerig
  2. mutuel (mutuelle; réciproque; bilatéral; )
    wederkerig; op zichzelf terug slaand
  3. mutuel (bilatéral; réciproque; mutuelle; )
    bilateraal; tweezijdig

Vertaal Matrix voor mutuel:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bilateraal bilatéral; mutuel; mutuelle; mutuellement; respectif; réciproque; réciproquement; synallagmatique
onderling bilatéral; entre soi; mutuel; mutuelle; mutuellement; réciproque; réciproquement
tweezijdig bilatéral; mutuel; mutuelle; mutuellement; respectif; réciproque; réciproquement; synallagmatique
wederkerig bilatéral; entre soi; mutuel; mutuelle; mutuellement; respectif; réciproque; réciproquement; synallagmatique
wederzijds bilatéral; entre soi; mutuel; mutuelle; mutuellement; réciproque; réciproquement
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
op zichzelf terug slaand bilatéral; mutuel; mutuelle; mutuellement; respectif; réciproque; réciproquement; synallagmatique
van twee kanten bilatéral; entre soi; mutuel; mutuelle; mutuellement; réciproque; réciproquement

Synoniemen voor "mutuel":


Wiktionary: mutuel

mutuel
Cross Translation:
FromToVia
mutuel wederzijds mutual — having the same relationship, each to each other
mutuel wederzijds; over en weer gegenseitig — einer den/dem anderen gleichermaßen

Verwante vertalingen van mutuel