Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. nervure:
  2. nervuré:
  3. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor nervure (Frans) in het Nederlands

nervure:

nervure [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la nervure (grain; veine)
    de nerf; de ader
    • nerf [de ~] zelfstandig naamwoord
    • ader [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. la nervure (côte)
    de ribbel
    • ribbel [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor nervure:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ader grain; nervure; veine veine
nerf grain; nervure; veine
ribbel côte; nervure

Synoniemen voor "nervure":


Wiktionary: nervure


Cross Translation:
FromToVia
nervure nerf nerve — (botany) vein; grain in wood

nervuré:

nervuré bijvoeglijk naamwoord

  1. nervuré (ridé; strié; à côtes)
    geribd; geribbeld; ribbelig
  2. nervuré
    ribbelig
  3. nervuré (veiné)
    geaderd
  4. nervuré (veineux)
    generfd

Vertaal Matrix voor nervuré:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geaderd nervuré; veiné
generfd nervuré; veineux
geribbeld nervuré; ridé; strié; à côtes
ribbelig nervuré; ridé; strié; à côtes
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geribd nervuré; ridé; strié; à côtes

Verwante vertalingen van nervure