Frans

Uitgebreide vertaling voor rendre service (Frans) in het Nederlands

rendre service:

rendre service werkwoord

  1. rendre service (aider; assister; prêter son aide; )
    helpen; assisteren; ondersteunen; seconderen; bijstaan; bijspringen; weldoen
    • helpen werkwoord (help, helpt, hielp, hielpen, geholpen)
    • assisteren werkwoord (assisteer, assisteert, assisteerde, assisteerden, geassisteerd)
    • ondersteunen werkwoord (ondersteun, ondersteunt, ondersteunde, ondersteunden, ondersteund)
    • seconderen werkwoord (secondeer, secondeert, secondeerde, secondeerden, gesecondeerd)
    • bijstaan werkwoord (sta bij, staat bij, stond bij, stonden bij, bijgestaan)
    • bijspringen werkwoord (spring bij, springt bij, sprong bij, sprongen bij, bijgesprongen)
    • weldoen werkwoord (doe wel, doet wel, deed wel, deden wel, welgedaan)
  2. rendre service (faire plaisir à; rendre service à)
    iemand een genoegen doen; blij maken; goeddoen; iemand plezieren
  3. rendre service (faire la charité; faire du bien; secourir; )
    helpen; weldoen; goeddoen; liefdadigheids werk doen
  4. rendre service (remplacer qqn; aider; dépanner; )
    bijspringen; iemand vervangen

Vertaal Matrix voor rendre service:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
assisteren aider; assister; dépanner; montrer de l'obligeance; prêter son aide; rendre service; seconder; secourir; servir; soigner; tendre la main; venir en aide de; être au service de; être serviable; être utile à aider; assister; venir en aide de
bijspringen aider; assister; dépanner; montrer de l'obligeance; prêter son aide; remplacer qqn; rendre service; seconder; secourir; servir; soigner; tendre la main; venir en aide de; être au service de; être serviable; être utile à aider; seconder; secourir
bijstaan aider; assister; dépanner; montrer de l'obligeance; prêter son aide; rendre service; seconder; secourir; servir; soigner; tendre la main; venir en aide de; être au service de; être serviable; être utile à
blij maken faire plaisir à; rendre service; rendre service à enchanter; faire plaisir; faire plaisir à; rafraîchir; ragaillardir; raviver; remonter le moral à; rendre heureux; rendre service à; requinquer; réconforter; réjouir; se remettre; se requinquer; égayer
goeddoen aider; faire du bien; faire la charité; faire plaisir à; rendre service; rendre service à; secourir; tendre la main; venir en aide de
helpen aider; assister; dépanner; faire du bien; faire la charité; montrer de l'obligeance; prêter son aide; rendre service; seconder; secourir; servir; soigner; tendre la main; venir en aide de; être au service de; être serviable; être utile à favoriser; promouvoir; promouvoir quelque chose
iemand een genoegen doen faire plaisir à; rendre service; rendre service à
iemand plezieren faire plaisir à; rendre service; rendre service à
iemand vervangen aider; dépanner; remplacer qqn; rendre service; secourir; tendre la main; venir en aide de
liefdadigheids werk doen aider; faire du bien; faire la charité; rendre service; secourir; tendre la main; venir en aide de
ondersteunen aider; assister; dépanner; montrer de l'obligeance; prêter son aide; rendre service; seconder; secourir; servir; soigner; tendre la main; venir en aide de; être au service de; être serviable; être utile à aider; apaiser; appuyer; arc-bouter; boiser; collaborer; consoler; consolider; fortifier; porter; porter avec effort; remonter le moral; réconforter; soulager; soutenir; épauler; étançonner; étayer
seconderen aider; assister; dépanner; montrer de l'obligeance; prêter son aide; rendre service; seconder; secourir; servir; soigner; tendre la main; venir en aide de; être au service de; être serviable; être utile à
weldoen aider; assister; dépanner; faire du bien; faire la charité; montrer de l'obligeance; prêter son aide; rendre service; seconder; secourir; servir; soigner; tendre la main; venir en aide de; être au service de; être serviable; être utile à

Wiktionary: rendre service


Cross Translation:
FromToVia
rendre service een plezier doen oblige — to do someone a service or favour (hence, originally, creating an obligation)

rendre service à:

rendre service à werkwoord

  1. rendre service à (rendre heureux; réjouir; faire plaisir à; enchanter)
    verheugd; verblijden; plezieren; in verrukking brengen; blij maken; verrukken
    • verheugd werkwoord
    • verblijden werkwoord (verblijd, verblijdt, verblijdde, verblijdden, verblijd)
    • plezieren werkwoord (plezier, pleziert, plezierde, plezierden, geplezierd)
    • in verrukking brengen werkwoord (breng in verrukking, brengt in verrukking, bracht in verrukking, brachten in verrukking, in verrukking gebracht)
    • blij maken werkwoord (maak blij, maakt blij, maakte blij, maakten blij, blij gemaakt)
    • verrukken werkwoord (verruk, verrukt, verrukte, verrukten, verrukt)
  2. rendre service à (faire plaisir à; rendre service)
    iemand een genoegen doen; blij maken; goeddoen; iemand plezieren

Vertaal Matrix voor rendre service à:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blij maken enchanter; faire plaisir à; rendre heureux; rendre service; rendre service à; réjouir faire plaisir; faire plaisir à; rafraîchir; ragaillardir; raviver; remonter le moral à; requinquer; réconforter; se remettre; se requinquer; égayer
goeddoen faire plaisir à; rendre service; rendre service à aider; faire du bien; faire la charité; rendre service; secourir; tendre la main; venir en aide de
iemand een genoegen doen faire plaisir à; rendre service; rendre service à
iemand plezieren faire plaisir à; rendre service; rendre service à
in verrukking brengen enchanter; faire plaisir à; rendre heureux; rendre service à; réjouir
plezieren enchanter; faire plaisir à; rendre heureux; rendre service à; réjouir coqueter; faire la coquette; faire plaisir à; flirter; plaire; plaire à
verblijden enchanter; faire plaisir à; rendre heureux; rendre service à; réjouir
verheugd enchanter; faire plaisir à; rendre heureux; rendre service à; réjouir
verrukken enchanter; faire plaisir à; rendre heureux; rendre service à; réjouir
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verheugd avec enjouement; avec joie; content; de bonne humeur; enchanté; enjoué; gai; heureux; joyeusement; joyeux; ravi; réjoui; réjouissant; satisfait; transporté de joie
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
verrukken ravir

Wiktionary: rendre service à

rendre service à
verb
  1. betuigen; een dienst bewijzen

Verwante vertalingen van rendre service