Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: reprises

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: reprises

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

reprises:
- hervattingen; hernemingen
repriser:
- wegnemen; amputatie; afzetten; amputeren
Wiktionary:
- repriser → stoppen
- repriser → stoppen

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

reprise:
- reprise

Frans

Uitgebreide vertaling voor reprises (Frans) in het Nederlands

reprises:

reprises [la ~] zelfstandig naamwoord

la reprises
de hervattingen; de hernemingen
- hervattingen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- hernemingen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor reprises:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hernemingen	reprises
hervattingen	reprises

repriser:

repriser [le ~] zelfstandig naamwoord

le repriser (amputer)
wegnemen; de amputatie; afzetten; amputeren
- wegnemen [znw.] zelfstandig naamwoord
- amputatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- afzetten [znw.] zelfstandig naamwoord
- amputeren [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor repriser:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afzetten	amputer; repriser
amputatie	amputer; repriser
amputeren	amputer; repriser
wegnemen	amputer; repriser	amputation; enlèvement; reprise
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afzetten		amputer; arrêter; avoir; barrer; berner; border; borner; clôturer; contourner; couillonner; couper; descendre; duper; débrancher; débrayer; décevoir; déconnecter; déposer quelque part; encadrer; enjôler; entourer; escroquer; faire descendre; faire le charlatan; fermer; flouer; jalonner; laisser quelque part; leurrer; marquer; mettre dedans; mettre hors de circuit; piqueter; préciser; rouler; soutirer; stopper; tondre; tracer; tricher; tromper; écorcher; étriller; être dupé; être trompé
amputeren		amputer
wegnemen		aliéner; aller chercher; améliorer; barboter; chasser; chiper; choper; collecter; dérober; emporter; enlever; expulser; faucher; lever; marauder; piller; piquer; prendre; rafler; ramasser; recueillir; renvoyer; repousser; retirer; s'emparer; se débarrasser de; subtiliser; voler; écarter; éloigner; ôter

Synoniemen voor "repriser":

coudre; bâtir; faufiler; monter; ourler; raccommoder; rapiécer; ravauder; surfiler; surjeter; réparer

Wiktionary: repriser

repriser

verb

Raccommoder (1):
- repriser → stoppen

Cross Translation:

From	To	Via
• repriser	→ stoppen	↔ darn — stitch with thread
• repriser	→ stoppen	↔ stopfen — einen Schaden an einem Kleidungsstück mit Faden und Nadel ausbessern, so dass eine Art Gewebe entsteht

Verwante vertalingen van reprises

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor reprises (Nederlands) in het Frans

reprise:

reprise [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de reprise (nog eens doen; herhaling)
la reprise
- reprise [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor reprise:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
reprise	herhaling; nog eens doen; reprise	herleving; herneming; herovering; hervatting; opbloei; opleving; overname; verwijderen; wegnemen

Verwante woorden van "reprise":

reprises