Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: se comporter

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: se comporter

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

comporter:
- inhouden; bevatten
se comporter:
- gedragen; zich gedragen
Wiktionary:
- se comporter → gedragen
- se comporter → optreden, gedragen, zich gedragen
- comporter → wijzen op, bestaan uit

Frans

Uitgebreide vertaling voor se comporter (Frans) in het Nederlands

comporter:

comporter werkwoord (comporte, comportes, comportons, comportez, comportent, comportais, comportait, comportions, comportiez, comportaient, comportai, comportas, comporta, comportâmes, comportâtes, comportèrent, comporterai, comporteras, comportera, comporterons, comporterez, comporteront)

comporter (contenir; renfermer)
inhouden; bevatten
- inhouden werkwoord (houd in, houdt in, hield in, hielden in, ingehouden)
- bevatten werkwoord (bevat, bevatte, bevatten, bevat)

Conjugations for comporter:

Présent

comporte
comportes
comporte
comportons
comportez
comportent

imparfait

comportais
comportais
comportait
comportions
comportiez
comportaient

passé simple

comportai
comportas
comporta
comportâmes
comportâtes
comportèrent

futur simple

comporterai
comporteras
comportera
comporterons
comporterez
comporteront

subjonctif présent

que je comporte
que tu comportes
qu'il comporte
que nous comportions
que vous comportiez
qu'ils comportent

conditionnel présent

comporterais
comporterais
comporterait
comporterions
comporteriez
comporteraient

passé composé

ai comporté
as comporté
a comporté
avons comporté
avez comporté
ont comporté

divers

comporte!
comportez!
comportons!
comporté
comportant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor comporter:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
inhouden		renfermer
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bevatten	comporter; contenir; renfermer
inhouden	comporter; contenir; renfermer	décompter; déduire; faire halte; garder; impliquer; ne plus bouger; rester immobile; rester à sa place; retenir; s'arrêter; se commander; se contenir; se posséder; se retenir; se taire; se tenir tranquille; signifier; vouloir dire

Synoniemen voor "comporter":

comprendre; admettre; autoriser; contenir; justifier; souffrir; consister; composer; résider

Wiktionary: comporter

Cross Translation:

From	To	Via
• comporter	→ wijzen op	↔ aufweisen — etwas als Merkmal haben
• comporter	→ bestaan uit	↔ bestehen — bestehen aus, mit Dativ: ausschließlich enthalten

se comporter:

se comporter werkwoord

se comporter (se conduire)
gedragen
- gedragen werkwoord (gedraag, gedraagt, gedroeg, gedroegen, gedragen)
se comporter (se conduire; se tenir)
zich gedragen
- zich gedragen werkwoord

Vertaal Matrix voor se comporter:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gedragen	se comporter; se conduire
zich gedragen	se comporter; se conduire; se tenir

Wiktionary: se comporter

se comporter

verb

zich ~: de manieren die iemand meest in de omgang met anderen aan de dag legt
- gedragen → se conduire; se comporter

Cross Translation:

From	To	Via
• se comporter	→ optreden; gedragen	↔ act — to behave in a certain way
• se comporter	→ zich gedragen	↔ conduct — reflexively: behave

Verwante vertalingen van se comporter

comporter
se