Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. décourager:
  2. se décourager:
  3. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor se décourager (Frans) in het Nederlands

décourager:

décourager werkwoord (décourage, décourages, décourageons, découragez, )

  1. décourager
    ontmoedigen
    • ontmoedigen werkwoord (ontmoedig, ontmoedigt, ontmoedigde, ontmoedigden, ontmoedigd)
  2. décourager (lasser; désespérer; déprimer)
    moedeloos maken
    • moedeloos maken werkwoord (maak moedeloos, maakt moedeloos, maakte moedeloos, maakten moedeloos, moedeloos gemaakt)

Conjugations for décourager:

Présent
  1. décourage
  2. décourages
  3. décourage
  4. décourageons
  5. découragez
  6. découragent
imparfait
  1. décourageais
  2. décourageais
  3. décourageait
  4. découragions
  5. découragiez
  6. décourageaient
passé simple
  1. décourageai
  2. décourageas
  3. découragea
  4. décourageâmes
  5. décourageâtes
  6. découragèrent
futur simple
  1. découragerai
  2. décourageras
  3. découragera
  4. découragerons
  5. découragerez
  6. décourageront
subjonctif présent
  1. que je décourage
  2. que tu décourages
  3. qu'il décourage
  4. que nous découragions
  5. que vous découragiez
  6. qu'ils découragent
conditionnel présent
  1. découragerais
  2. découragerais
  3. découragerait
  4. découragerions
  5. décourageriez
  6. décourageraient
passé composé
  1. ai découragé
  2. as découragé
  3. a découragé
  4. avons découragé
  5. avez découragé
  6. ont découragé
divers
  1. décourage!
  2. découragez!
  3. décourageons!
  4. découragé
  5. décourageant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor décourager:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
moedeloos maken décourager; déprimer; désespérer; lasser
ontmoedigen décourager

Synoniemen voor "décourager":


Wiktionary: décourager

décourager
verb
  1. Dépourvoir de courage
décourager
verb
  1. de moed ontnemen

Cross Translation:
FromToVia
décourager afschrikken daunt — to discourage
décourager ontmoedigen deter — to persuade someone not to do something
décourager ontmoedigen discourage — to dishearten
décourager ontmoedigen dishearten — discourage someone by removing their enthusiasm or courage
décourager ontmoedigen dispirit — Lower the morale of
décourager ontmoedigen entmutigen — den Mut nehmen

se décourager:

se décourager werkwoord

  1. se décourager (perdre courage; reculer)
    moedeloos worden
    • moedeloos worden werkwoord (word moedeloos, wordt moedeloos, werd moedeloos, werden moedeloos, moedeloos geworden)
  2. se décourager (reculer devant; décroître; diminuer; )
    terugdeinzen; achteruitgaan; terugschrikken; terugwijken; achteruitdeinzen
    • terugdeinzen werkwoord (deins terug, deinst terug, deinste terug, deinsten terug, teruggedeinst)
    • achteruitgaan werkwoord (ga achteruit, gaat achteruit, ging achteruit, gingen achteruit, achteruitgegaan)
    • terugschrikken werkwoord (schrik terug, schrikt terug, schrok terug, schrokken terug, teruggeschrokken)
    • terugwijken werkwoord (wijk terug, wijkt terug, week terug, weken terug, teruggeweken)
    • achteruitdeinzen werkwoord (deins achteruit, deinst achteruit, deinsde achteruit, deinsden achteruit, achteruitgedeinsd)
  3. se décourager (perdre courage)
    versagen
    • versagen werkwoord (versaag, versaagt, versaagde, versaagden, versaagd)

Vertaal Matrix voor se décourager:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achteruitgaan diminution de force; décroissement de force
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achteruitdeinzen avoir un mouvement de recul; caner; diminuer; décroître; perdre courage; reculer devant; se décourager
achteruitgaan avoir un mouvement de recul; caner; diminuer; décroître; perdre courage; reculer devant; se décourager amoindrir; baisser; diminuer; décliner; décroître; dégénérer; dépraver; pourrir; périr; réduire; régresser; s'abâtardir; se corrompre; se dégrader; se restreindre; sombrer
moedeloos worden perdre courage; reculer; se décourager
terugdeinzen avoir un mouvement de recul; caner; diminuer; décroître; perdre courage; reculer devant; se décourager
terugschrikken avoir un mouvement de recul; caner; diminuer; décroître; perdre courage; reculer devant; se décourager
terugwijken avoir un mouvement de recul; caner; diminuer; décroître; perdre courage; reculer devant; se décourager
versagen perdre courage; se décourager

Wiktionary: se décourager

se décourager
noun
  1. de moed opgeven

Verwante vertalingen van se décourager