Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: sommeil

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: sommeil

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

sommeil:
- slaap
Wiktionary:
- sommeil → slaap, slaperigheid
- sommeil → slaap

Frans

Uitgebreide vertaling voor sommeil (Frans) in het Nederlands

sommeil:

sommeil [le ~] zelfstandig naamwoord

le sommeil
de slaap
- slaap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sommeil:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
slaap	sommeil

Synoniemen voor "sommeil":

anesthésie; endormissement; insensibilisation; apaisement; assoupissement; somnolence; torpeur; engourdissement; léthargie; endormement; repos; détente; sieste; répit; relâche; pause; arrêt; interruption; halte; délassement; loisir; inaction; inactivité; roupillon; somme; total; additionne; calme; inertie

Wiktionary: sommeil

sommeil

noun

État inconscient nécessaire à la vie. (Sens général).
- sommeil → slaap
Traductions à trier suivant le sens.
- sommeil → slaap

sommeil

noun

periode van inactiviteit
- slaap → sommeil
de neiging te gaan slapen
- slaperigheid → sommeil

Cross Translation:

From	To	Via
• sommeil	→ slaap	↔ sleep — state of reduced consciousness

Verwante vertalingen van sommeil