Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: surdité

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: surdité

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

surdité:
- hardhorendheid; slechthorendheid; hardhorigheid; doofheid
Wiktionary:
- surdité → doofheid
- surdité → doofheid

Frans

Uitgebreide vertaling voor surdité (Frans) in het Nederlands

surdité:

surdité [la ~] zelfstandig naamwoord

la surdité (fait d'être dur d'oreille)
de hardhorendheid; slechthorendheid; hardhorigheid
- hardhorendheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- slechthorendheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- hardhorigheid [znw.] zelfstandig naamwoord
la surdité (sourds et mal-entendants)
de doofheid
- doofheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor surdité:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
doofheid	sourds et mal-entendants; surdité
hardhorendheid	fait d'être dur d'oreille; surdité
hardhorigheid	fait d'être dur d'oreille; surdité
slechthorendheid	fait d'être dur d'oreille; surdité

Wiktionary: surdité

surdité

noun

médecine|nocat=1 (term, pathologie) perte ou diminution notable du sens de l’ouïe.
- surdité → doofheid

surdité

noun

het onvermogen geluid waar te nemen
- doofheid → surdité

Cross Translation:

From	To	Via
• surdité	→ doofheid	↔ deafness — condition of being deaf