Frans

Uitgebreide vertaling voor trempé (Frans) in het Nederlands

trempe:


trempé vorm van tremper:

tremper werkwoord (trempe, trempes, trempons, trempez, )

  1. tremper (laisser tremper; macérer; se ramollir; )
    ontharden; week maken; verweken; zachtmaken; in de week zetten
    • ontharden werkwoord (onthard, onthardt, onthardde, onthardden, onthard)
    • week maken werkwoord
    • verweken werkwoord (verweek, verweekt, verweekte, verweekten, verweekt)
    • zachtmaken werkwoord (maak zacht, maakt zacht, maakte zacht, maakten zacht, zacht gemaakt)
    • in de week zetten werkwoord
    weken
    – in water zetten om week te laten worden of om vuil los te maken 1
    • weken werkwoord (week, weekt, weekte, weekten, geweekt)
      • deze spijkerbroeken moet ik eerst weken met Biotex1
  2. tremper (plonger; immerger)
    onderdompelen; dompelen; onderduwen
    • onderdompelen werkwoord (dompel onder, dompelt onder, dompelde onder, dompelden onder, ondergedompeld)
    • dompelen werkwoord (dompel, dompelt, dompelde, dompelden, gedompeld)
    • onderduwen werkwoord (duw onder, duwt onder, duwde onder, duwden onder, ondergeduwd)
  3. tremper (durcir)
    harden; stalen; uitharden
    • harden werkwoord (hard, hardt, hardde, hardden, gehard)
    • stalen werkwoord (staal, staalt, staalde, staalden, gestaald)
    • uitharden werkwoord (hard uit, hardt uit, hardde uit, hardden uit, uitgehard)
  4. tremper (impregner)
    drenken; doortrekken met vloeistof
  5. tremper (plonger dans)
    onderdompelen; indompelen; dompelen in
    • onderdompelen werkwoord (dompel onder, dompelt onder, dompelde onder, dompelden onder, ondergedompeld)
    • indompelen werkwoord (dompel in, dompelt in, dompelde in, dompelden in, ingedompeld)
    • dompelen in werkwoord
  6. tremper (mouiller; humecter; humidifier)
    nat maken; bevochtigen
    • nat maken werkwoord
    • bevochtigen werkwoord (bevochtig, bevochtigt, bevochtigde, bevochtigden, bevochtigd)
  7. tremper (imbiber; imprégner)
    impregneren; doordrenken
    • impregneren werkwoord (impregneer, impregneert, impregneerde, impregneerden, geïmpregneerd)
    • doordrenken werkwoord (drenk door, drenkt door, drenkte door, drenkten door, doorgedrenkt)
  8. tremper (renverser; plonger; mettre sur le côté; )
    kantelen; omver kiepen; kiepen; dompen
    • kantelen werkwoord (kantel, kantelt, kantelde, kantelden, gekanteld)
    • omver kiepen werkwoord
    • kiepen werkwoord (kiep, kiept, kiepte, kiepten, gekiept)
    • dompen werkwoord (domp, dompt, dompte, dompten, gedompt)
  9. tremper (plonger)
    dippen
    • dippen werkwoord (dip, dipt, dipte, dipten, gedipt)
  10. tremper
    doorweken

Conjugations for tremper:

Présent
  1. trempe
  2. trempes
  3. trempe
  4. trempons
  5. trempez
  6. trempent
imparfait
  1. trempais
  2. trempais
  3. trempait
  4. trempions
  5. trempiez
  6. trempaient
passé simple
  1. trempai
  2. trempas
  3. trempa
  4. trempâmes
  5. trempâtes
  6. trempèrent
futur simple
  1. tremperai
  2. tremperas
  3. trempera
  4. tremperons
  5. tremperez
  6. tremperont
subjonctif présent
  1. que je trempe
  2. que tu trempes
  3. qu'il trempe
  4. que nous trempions
  5. que vous trempiez
  6. qu'ils trempent
conditionnel présent
  1. tremperais
  2. tremperais
  3. tremperait
  4. tremperions
  5. tremperiez
  6. tremperaient
passé composé
  1. ai trempé
  2. as trempé
  3. a trempé
  4. avons trempé
  5. avez trempé
  6. ont trempé
divers
  1. trempe!
  2. trempez!
  3. trempons!
  4. trempé
  5. trempant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor tremper:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
harden durcissement
indompelen immersion
onderdompelen immersion; plongement
stalen durcissement
weken trempage
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bevochtigen humecter; humidifier; mouiller; tremper arroser; humecter; humidifier; mouiller; tamponner
dippen plonger; tremper
dompelen immerger; plonger; tremper
dompelen in plonger dans; tremper
dompen basculer; chavirer; mettre sur le côté; plonger; renverser; retourner; tremper
doordrenken imbiber; imprégner; tremper
doortrekken met vloeistof impregner; tremper
doorweken tremper
drenken impregner; tremper donner à boire
harden durcir; tremper continuer; endurer; entraîner; former; instruire; maintenir; persister; persévérer; subir; supporter; tenir; tenir jusqu'au bout; tenir le coup; éduquer
impregneren imbiber; imprégner; tremper
in de week zetten faire tremper; laisser tremper; macérer; mettre à tremper; radoucir; ramollir quelque chose; rendre mou; rendre tendre; se ramollir; tremper
indompelen plonger dans; tremper
kantelen basculer; chavirer; mettre sur le côté; plonger; renverser; retourner; tremper basculer; chavirer; convertir; faire un mouvement de rotation; graviter autour; pivoter; retourner; rouler; se renverser; se rouler; tourner; tourner autour de; tournoyer; transformer
kiepen basculer; chavirer; mettre sur le côté; plonger; renverser; retourner; tremper basculer; culbuter; dégringoler; tomber
nat maken humecter; humidifier; mouiller; tremper
omver kiepen basculer; chavirer; mettre sur le côté; plonger; renverser; retourner; tremper
onderdompelen immerger; plonger; plonger dans; tremper
onderduwen immerger; plonger; tremper
ontharden faire tremper; laisser tremper; macérer; mettre à tremper; radoucir; ramollir quelque chose; rendre mou; rendre tendre; se ramollir; tremper adoucir; amollir; attendrir; atténuer; rendre mou
stalen durcir; tremper
uitharden durcir; tremper
verweken faire tremper; laisser tremper; macérer; mettre à tremper; radoucir; ramollir quelque chose; rendre mou; rendre tendre; se ramollir; tremper adoucir; amollir; attendrir; atténuer; modérer; rendre mou; se ramollir
week maken faire tremper; laisser tremper; macérer; mettre à tremper; radoucir; ramollir quelque chose; rendre mou; rendre tendre; se ramollir; tremper
weken faire tremper; laisser tremper; macérer; mettre à tremper; radoucir; ramollir quelque chose; rendre mou; rendre tendre; se ramollir; tremper
zachtmaken faire tremper; laisser tremper; macérer; mettre à tremper; radoucir; ramollir quelque chose; rendre mou; rendre tendre; se ramollir; tremper adoucir; amollir; attendrir; atténuer; rendre mou

Synoniemen voor "tremper":


Wiktionary: tremper

tremper
verb
  1. Traductions à trier suivant le sens
tremper
verb
  1. iets even in een vloeistof dopen
noun
  1. door langdurig in een vloeistof te leggen zacht, plooibaar of beter wasbaar maken

Cross Translation:
FromToVia
tremper afschrikken quench — cool rapidly by immersion

trempée:


Synoniemen voor "trempée":

  • imbibée; mouillée; douchée; échaudée; détrempée

trempé:

trempé bijvoeglijk naamwoord

  1. trempé (humide; mouillé)
    vochtig; humide; nat
    • vochtig bijvoeglijk naamwoord
    • humide bijvoeglijk naamwoord
    • nat bijvoeglijk naamwoord
  2. trempé (trempé comme une soupe; détrempé)
    doorweekt
  3. trempé (en sueur; suant; couvert de sueur)
    bezweet; met zweet bedekt
  4. trempé (mouillé jusqu'aux os; mouillé; en nage; )
    doornat; kleddernat; kletsnat; drijfnat; zeiknat; poedelnat
  5. trempé (couvert de sueur; mou; molle; suant; en sueur)
    zweterig; naar zweet ruikend
  6. trempé (détrempé; trempé comme une soupe)
    ingeweekt

Vertaal Matrix voor trempé:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nat fluide; liquide
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bezweet couvert de sueur; en sueur; suant; trempé
doornat en nage; mouillé; mouillé jusqu'aux os; trempé; trempé comme une soupe; trempé jusqu'aux os; très mouillé; très trempé
drijfnat en nage; mouillé; mouillé jusqu'aux os; trempé; trempé comme une soupe; trempé jusqu'aux os; très mouillé; très trempé
kleddernat en nage; mouillé; mouillé jusqu'aux os; trempé; trempé comme une soupe; trempé jusqu'aux os; très mouillé; très trempé
kletsnat en nage; mouillé; mouillé jusqu'aux os; trempé; trempé comme une soupe; trempé jusqu'aux os; très mouillé; très trempé
nat humide; mouillé; trempé mouillé; pluvieux
vochtig humide; mouillé; trempé
zeiknat en nage; mouillé; mouillé jusqu'aux os; trempé; trempé comme une soupe; trempé jusqu'aux os; très mouillé; très trempé
zweterig couvert de sueur; en sueur; molle; mou; suant; trempé
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doorweekt détrempé; trempé; trempé comme une soupe
humide humide; mouillé; trempé
ingeweekt détrempé; trempé; trempé comme une soupe
met zweet bedekt couvert de sueur; en sueur; suant; trempé
naar zweet ruikend couvert de sueur; en sueur; molle; mou; suant; trempé
poedelnat en nage; mouillé; mouillé jusqu'aux os; trempé; trempé comme une soupe; trempé jusqu'aux os; très mouillé; très trempé

Synoniemen voor "trempé":


Wiktionary: trempé

trempé
adjective
  1. Fortement mouillé

Cross Translation:
FromToVia
trempé doorweekt; doorweekte; klef soggy — soaked with liquid

Verwante vertalingen van trempé