Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tricot:
  2. tricoté:
  3. Wiktionary:
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. tricot:


Frans

Uitgebreide vertaling voor tricot (Frans) in het Nederlands

tricot:

tricot [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le tricot (tricotage)
    breigoed; het breiwerk; het breisel
    • breigoed [znw.] zelfstandig naamwoord
    • breiwerk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • breisel [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tricot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
breigoed tricot; tricotage
breisel tricot; tricotage
breiwerk tricot; tricotage

Synoniemen voor "tricot":


tricoté:

tricoté bijvoeglijk naamwoord

  1. tricoté
    gebreid

Vertaal Matrix voor tricoté:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gebreid tricoté

Wiktionary: tricoté


Cross Translation:
FromToVia
tricoté gebreid knitted — past participle of knit

Verwante vertalingen van tricot



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tricot (Nederlands) in het Frans

tricot:

tricot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de tricot (panty; maillot; spanbroek; pantykous)
    le collants; le collant
    • collants [le ~] zelfstandig naamwoord
    • collant [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tricot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
collant maillot; panty; pantykous; spanbroek; tricot
collants maillot; panty; pantykous; spanbroek; tricot
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
collant aanhangend; klef; klevend; kleverig; opdringerig; plakkerig

Verwante woorden van "tricot":

  • tricots, tricotje, tricotjes