Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: virus

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: virus

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

virus:
- infectiestof; smetstof; virus
Wiktionary:
- virus → virus
- virus → virus

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

virus:
- virus
Wiktionary:
- virus → virus
- virus → virus

Frans

Uitgebreide vertaling voor virus (Frans) in het Nederlands

virus:

virus [le ~] zelfstandig naamwoord

le virus (matière infectante; contage)
infectiestof; de smetstof
- infectiestof [znw.] zelfstandig naamwoord
- smetstof [de ~] zelfstandig naamwoord
le virus
het virus
- virus [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor virus:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
infectiestof	contage; matière infectante; virus
smetstof	contage; matière infectante; virus
virus	virus

Synoniemen voor "virus":

microbe; micro-organisme; germe; bacille; bactérie; avorton; poison; venin; toxique; toxine; drogue; arsenic; ciguë; curare; strychnine

Wiktionary: virus

virus

noun

Entité biologique qui nécessite une cellule hôte
- virus → virus

virus

noun

biologie|nld een ziekteverwekker die veel kleiner is dan een bacterie
- virus → virus
informatica|nld een computervirus
- virus → virus

Cross Translation:

From	To	Via
• virus	→ virus	↔ virus — DNA/RNA causing disease

Verwante vertalingen van virus

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor virus (Nederlands) in het Frans

virus:

virus [het ~] zelfstandig naamwoord

het virus
le virus
- virus [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor virus:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
virus	virus	infectiestof; smetstof

Wiktionary: virus

virus

noun

biologie|nld een ziekteverwekker die veel kleiner is dan een bacterie
- virus → virus
informatica|nld een computervirus
- virus → virus

virus

noun

Entité biologique qui nécessite une cellule hôte
- virus → virus

Cross Translation:

From	To	Via
• virus	→ virus	↔ virus — DNA/RNA causing disease