Frans

Uitgebreide vertaling voor vitesse (Frans) in het Nederlands

vitesse:

vitesse [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la vitesse (urgence; vitesse de conduite; rapidité; précipitation; train)
    de snelheid; de vaart; de spoed; het tempo; de gang
    • snelheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • vaart [de ~] zelfstandig naamwoord
    • spoed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • tempo [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. la vitesse (changement de vitesse)
    de versnelling; schakelinrichting
  3. la vitesse (à toute allure; allure; marche)
    in volle vaart; de vaart
  4. la vitesse (rapidité; vélocité; allure; promptitude; précipitation)
    de snelheid; de vlotheid; de vaart; rapiditeit; de gezwindheid; de schielijkheid; het tempo; rapheid; de vlugheid
  5. la vitesse (vitesse de conduite; train; allure)
    de rijsnelheid
  6. la vitesse
    de vliegsnelheid
  7. la vitesse (agilité; allure; rapidité; vélocité)
    kwiekheid

Vertaal Matrix voor vitesse:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gang précipitation; rapidité; train; urgence; vitesse; vitesse de conduite corridor; couloir; excursion; galerie; incursion; petit passage; promenade; échappée
gezwindheid allure; promptitude; précipitation; rapidité; vitesse; vélocité
in volle vaart allure; marche; vitesse; à toute allure
kwiekheid agilité; allure; rapidité; vitesse; vélocité
rapheid allure; promptitude; précipitation; rapidité; vitesse; vélocité
rapiditeit allure; promptitude; précipitation; rapidité; vitesse; vélocité
rijsnelheid allure; train; vitesse; vitesse de conduite
schakelinrichting changement de vitesse; vitesse
schielijkheid allure; promptitude; précipitation; rapidité; vitesse; vélocité rapidité
snelheid allure; promptitude; précipitation; rapidité; train; urgence; vitesse; vitesse de conduite; vélocité
spoed précipitation; rapidité; train; urgence; vitesse; vitesse de conduite empressement; hâte; précipitation
tempo allure; promptitude; précipitation; rapidité; train; urgence; vitesse; vitesse de conduite; vélocité
vaart allure; marche; promptitude; précipitation; rapidité; train; urgence; vitesse; vitesse de conduite; vélocité; à toute allure canal
versnelling changement de vitesse; vitesse accélération; changement de vitesse
vliegsnelheid vitesse
vlotheid allure; promptitude; précipitation; rapidité; vitesse; vélocité
vlugheid allure; promptitude; précipitation; rapidité; vitesse; vélocité intelligence; rapidité; vivacité

Synoniemen voor "vitesse":


Wiktionary: vitesse

vitesse
noun
  1. allure, rapidité lors d’un mouvement.
vitesse
noun
  1. de verandering in de tijd van de plaats van een voorwerp
  2. mechaniek voor overdracht van aandrijving

Cross Translation:
FromToVia
vitesse versnelling gear — motor car transmission
vitesse snelheid; vlugheid speed — rapidity
vitesse snelheid; gezwindheid; vaart speed — rate of motion
vitesse snelheid velocity — rapidity of motion
vitesse toerental Drehzahl — Anzahl der Umdrehungen, die ein um eine Achse rotierender Körper in einer bestimmten Zeit zurücklegt
vitesse snelheid; vaart GeschwindigkeitPhysik: Verhältnis von zurückgelegter Strecke zur dafür benötigten Zeit (Geschwindigkeit = Strecke/Zeit)
vitesse tempo TempoPlural 2: umgangssprachlich für Geschwindigkeit

Verwante vertalingen van vitesse