Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. âpreté:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor âpreté (Frans) in het Nederlands

âpreté:

âpreté [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'âpreté (rigueur)
    barheid
    • barheid [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. l'âpreté (aigreur; âcreté)
    de bitterheid; de wrangheid
  3. l'âpreté (intempérie; aigreur)
    guurheid

Vertaal Matrix voor âpreté:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barheid rigueur; âpreté
bitterheid aigreur; âcreté; âpreté
guurheid aigreur; intempérie; âpreté
wrangheid aigreur; âcreté; âpreté

Synoniemen voor "âpreté":


Wiktionary: âpreté

âpreté
noun
  1. qualité de ce qui est âpre.