Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. élagage:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor élagage (Frans) in het Nederlands

élagage:

élagage [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'élagage
    korten; snoeien
    • korten [znw.] zelfstandig naamwoord
    • snoeien [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. l'élagage (éclaircissage; décimation; ébranchage)
    de uitdunning
  3. l'élagage (taille)
    de snoeiing; de besnoeiing

Vertaal Matrix voor élagage:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
besnoeiing taille; élagage baisse des salaires; réduction; réduction de dépenses; économie
korten élagage diminution
snoeien élagage
snoeiing taille; élagage
uitdunning décimation; ébranchage; éclaircissage; élagage
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
korten abréger; amoindrir; baisser; couper; diminuer; diminuer ses dépenses; donner un coup de ciseaux; découper; raccourcir; réduire; résumer; se garder de; se restreindre; tailler; économiser; écourter; épargner
snoeien couper; découper; tailler

Synoniemen voor "élagage":


Wiktionary: élagage

élagage
noun
  1. foresterie|fr action d’élaguer.