Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. être à l'écoute:


Frans

Uitgebreide vertaling voor être à l'écoute (Frans) in het Nederlands

être à l'écoute:

être à l'écoute werkwoord

  1. être à l'écoute (écouter; entendre; prêter l'oreille)
    luisteren; aanhoren; toehoren
    • luisteren werkwoord (luister, luistert, luisterde, luisterden, geluisterd)
    • aanhoren werkwoord (hoor aan, hoort aan, hoorde aan, hoorden aan, aangehoord)
    • toehoren werkwoord (hoor toe, hoort toe, hoorde toe, hoorden toe, toegehoord)
  2. être à l'écoute (écouter; entendre)
    luisteren; beluisteren
    • luisteren werkwoord (luister, luistert, luisterde, luisterden, geluisterd)
    • beluisteren werkwoord (beluister, beluistert, beluisterde, beluisterden, beluisterd)
  3. être à l'écoute (apprendre; entendre; écouter; )
    vernemen; horen; te horen krijgen
    • vernemen werkwoord (verneem, verneemt, vernam, vernamen, vernomen)
    • horen werkwoord (hoor, hoort, hoorde, hoorden, gehoord)
    • te horen krijgen werkwoord

Vertaal Matrix voor être à l'écoute:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanhoren auditionner; faire d'entendre; faire d'écouter; écouter
horen écoute
luisteren fait d'écouter; vitesse de déplacement des turbulences; écoute
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanhoren entendre; prêter l'oreille; écouter; être à l'écoute
beluisteren entendre; écouter; être à l'écoute
horen apercevoir; apprendre; entendre; octroyer; permettre; prêter l'oreille; satisfaire à; tolérer; écouter; éprouver; être informé de; être à l'écoute apercevoir; convenir; distinguer; entendre; observer; percevoir; remarquer; se rendre compte de; voir; être convenable
luisteren entendre; prêter l'oreille; écouter; être à l'écoute obéir; obéir à; se soumettre; suivre
te horen krijgen apercevoir; apprendre; entendre; octroyer; permettre; prêter l'oreille; satisfaire à; tolérer; écouter; éprouver; être informé de; être à l'écoute
toehoren entendre; prêter l'oreille; écouter; être à l'écoute
vernemen apercevoir; apprendre; entendre; octroyer; permettre; prêter l'oreille; satisfaire à; tolérer; écouter; éprouver; être informé de; être à l'écoute

Verwante vertalingen van être à l'écoute