Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. être à table:


Frans

Uitgebreide vertaling voor être à table (Frans) in het Nederlands

être à table:

être à table werkwoord

  1. être à table (dîner; manger copieusement; déjeuner; manger; consommer)
    dineren; uitgebreid eten; tafelen
    • dineren werkwoord (dineer, dineert, dineerde, dineerden, gedineerd)
    • uitgebreid eten werkwoord (eet uitgebreid, at uitgebreid, aten uitgebreid, uitgereid gegeten)
    • tafelen werkwoord (tafel, tafelt, tafelde, tafelden, getafeld)
  2. être à table (s'attabler; se mettre à table)
    aanzitten

Vertaal Matrix voor être à table:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanzitten s'attabler; se mettre à table; être à table
dineren consommer; déjeuner; dîner; manger; manger copieusement; être à table
tafelen consommer; déjeuner; dîner; manger; manger copieusement; être à table
uitgebreid eten consommer; déjeuner; dîner; manger; manger copieusement; être à table

Verwante vertalingen van être à table