Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. être fixé:


Frans

Uitgebreide vertaling voor être fixé (Frans) in het Nederlands

être fixé:

être fixé werkwoord

  1. être fixé (être immobilisé; être coincé; être dans une impasse)
    vastzitten; klemzitten
    • vastzitten werkwoord (zit vast, zat vast, zaten vast, vastgezeten)
    • klemzitten werkwoord (zit klem, zat klem, zaten klem, klem gezeten)

Vertaal Matrix voor être fixé:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klemzitten être coincé; être dans une impasse; être fixé; être immobilisé
vastzitten être coincé; être dans une impasse; être fixé; être immobilisé

Verwante vertalingen van être fixé