Frans

Uitgebreide vertaling voor abriter quelqu'un (Frans) in het Nederlands

abriter quelqu'un:

abriter quelqu'un werkwoord

  1. abriter quelqu'un (loger)
    onderdak verschaffen; plaatsen; huisvesten; herbergen; onderbrengen; onderdak geven; iemand onderdak verlenen
    • onderdak verschaffen werkwoord (verschaf onderdak, verschaft onderdak, verschafte onderdak, verschaften onderdak, onderdak verschaft)
    • plaatsen werkwoord (plaats, plaatst, plaatste, plaatsten, geplaatst)
    • huisvesten werkwoord (huisvest, huisvestte, huisvestten, gehuisvest)
    • herbergen werkwoord (herberg, herbergt, herbergde, herbergden, geherbergd)
    • onderbrengen werkwoord (breng onder, brengt onder, bracht onder, brachten onder, ondergebracht)
    • onderdak geven werkwoord (geef onderdak, geeft onderdak, gaf onderdak, gaven onderdak, onderdak gegeven)

Vertaal Matrix voor abriter quelqu'un:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
herbergen abriter quelqu'un; loger héberger; loger
huisvesten abriter quelqu'un; loger héberger; loger
iemand onderdak verlenen abriter quelqu'un; loger
onderbrengen abriter quelqu'un; loger héberger; loger
onderdak geven abriter quelqu'un; loger héberger; loger
onderdak verschaffen abriter quelqu'un; loger héberger; loger
plaatsen abriter quelqu'un; loger appliquer; asseoir; avoir lieu; construire; coucher; dresser; découvrir; déposer; déterminer; garder; garer; installer; insérer; localiser; mettre; placer; planter; poser; poser qch; poster; préserver; ranger; se dérouler; se situer; signaler; situer; stationner; trouver

Verwante vertalingen van abriter quelqu'un