Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. affaissement:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor affaissement (Frans) in het Nederlands

affaissement:

affaissement [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'affaissement (déformation)
    de verzakking; de uitzakking
  2. l'affaissement (effondrement; écroulement)
    de inzakking
  3. l'affaissement (effondrement du sol; affaissement de terrain)
    de grondverzakking
  4. l'affaissement (tassement de terrain; éboulement; écroulement)
    inzinken; wegzinken

Vertaal Matrix voor affaissement:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grondverzakking affaissement; affaissement de terrain; effondrement du sol
inzakking affaissement; effondrement; écroulement
inzinken affaissement; tassement de terrain; éboulement; écroulement
uitzakking affaissement; déformation
verzakking affaissement; déformation
wegzinken affaissement; tassement de terrain; éboulement; écroulement
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inzinken couler; s'effondrer; s'enfoncer; s'enliser; s'écrouler; sombrer; tomber en ruine
wegzinken couler; s'enfoncer; s'enliser; sombrer

Synoniemen voor "affaissement":


Wiktionary: affaissement

affaissement
noun
  1. État de ce qui est affaisser.

Verwante vertalingen van affaissement