Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal agglomération

Vertaal agglomération van Frans naar Nederlands

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

agglomération:
- agglomeratie; opeenhoping
Wiktionary:
- agglomération → agglomeraat, samenballing, samenklontering, samenvoegsel, agglomeratie, agglomereren, samenklonteren
- agglomération → agglomeratie, stedengroep

Frans

Uitgebreide vertaling voor agglomération (Frans) in het Nederlands

agglomération:

agglomération [la ~] zelfstandig naamwoord

l'agglomération
de agglomeratie
- agglomeratie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'agglomération (cité; conglomérat)
de agglomeratie; de opeenhoping
- agglomeratie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- opeenhoping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor agglomération:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
agglomeratie	agglomération; cité; conglomérat
opeenhoping	agglomération; cité; conglomérat	accumulation; assemblage; collection; cumul; encombrement; entassement; masse; pile; quantité; ramas; rassemblement; tas

Synoniemen voor "agglomération":

accrétion; ville; agrégation; agglutination; conglomérat; réunion; association; bourg; village; bourgade; hameau; concrétion; solidification; agrégat; agglomérat; conglomération; conurbation; entassement; accumulation; amas; amoncellement; assemblage; tas; pile; rassemblement; encombrement; chantier; capharnaüm; incorporation; amalgame; mélange; masse; multitude; manifestation; meeting; forum; assemblée; ralliement; concentration; attroupement; affluence; queue; cité; localité; métropole; commune

Wiktionary: agglomération

agglomération

noun

action d’agglomérer ou résultat de cette action.
- agglomération → agglomeraat; samenballing; samenklontering; samenvoegsel; agglomeratie; agglomereren; samenklonteren

Cross Translation:

From	To	Via
• agglomération	→ agglomeratie	↔ agglomeration — extended city area
• agglomération	→ agglomeratie; stedengroep	↔ conurbation — an extended collection of urban communities; urban sprawl