Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. agriculture:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor agriculture (Frans) in het Nederlands

agriculture:

agriculture [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'agriculture
    de landbouw; de akkerbouw
    • landbouw [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • akkerbouw [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. l'agriculture (ferme; exploitation agricole)
    het boerenbedrijf
  3. l'agriculture (exploitation agricole)
    landbouwonderneming; boerenonderneming

Vertaal Matrix voor agriculture:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
akkerbouw agriculture
boerenbedrijf agriculture; exploitation agricole; ferme
boerenonderneming agriculture; exploitation agricole
landbouw agriculture
landbouwonderneming agriculture; exploitation agricole exploitation agricole

Synoniemen voor "agriculture":


Wiktionary: agriculture

agriculture
noun
  1. ensemble des activités économiques avoir principalement pour objet la culture des terres, et d’une manière générale « l’ensemble des travaux transformer le milieu naturel pour la production de végétal et d’animal [
agriculture
noun
  1. het cultiveren van land voor de voortbrengst van voedsel en andere nuttige producten

Cross Translation:
FromToVia
agriculture landbouw agriculture — the art or science of cultivating the ground
agriculture landbouw Landwirtschaftohne Plural: der zielgerichtete, wirtschaftliche Anbau von Pflanzen (Ackerbau, Gartenbau, Obstbau, Weinbau) und die zielgerichtete, wirtschaftliche Nutzung und Zucht von domestizierten Tieren (Viehzucht)

Verwante vertalingen van agriculture