Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. aile:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor aile (Frans) in het Nederlands

aile:

aile [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'aile
    de vleugel; de wiek; de vlerk
    • vleugel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • wiek [de ~] zelfstandig naamwoord
    • vlerk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. l'aile (côté; flanc; bord; rive; rebord)
    de zijde; de zijkant; de flank
    • zijde [de ~] zelfstandig naamwoord
    • zijkant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • flank [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. l'aile (garde-boue)
    het spatbord
    • spatbord [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. l'aile (bord; côté; rive; flanc; rebord)
    de flank; zijde van een schip
  5. l'aile (aile d'un édifice)
    vleugel van een gebouw

Vertaal Matrix voor aile:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flank aile; bord; côté; flanc; rebord; rive
spatbord aile; garde-boue
vlerk aile malappris; petit voyou; rustre
vleugel aile
vleugel van een gebouw aile; aile d'un édifice
wiek aile
zijde aile; bord; côté; flanc; rebord; rive côté; flanc; soie
zijde van een schip aile; bord; côté; flanc; rebord; rive
zijkant aile; bord; côté; flanc; rebord; rive bord; côté

Synoniemen voor "aile":


Wiktionary: aile

aile
noun
  1. Partie du corps d’un animal
  2. Partie d’un avion
  3. Partie d’un bâtiment

Cross Translation:
FromToVia
aile vleugel; vlerk; vleder; wiek wing — part of an animal

Verwante vertalingen van aile