Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. amener à soi:


Frans

Uitgebreide vertaling voor amener à soi (Frans) in het Nederlands

amener à soi:

amener à soi werkwoord

  1. amener à soi (tirer à soi)
    bijhalen
    • bijhalen werkwoord (haal bij, haalt bij, haalde bij, haalden bij, bijgehaald)
  2. amener à soi (appeler; invoquer; convoquer; laisser venir)
    oproepen; ontbieden; laten komen; tevoorschijn roepen
    • oproepen werkwoord (roep op, roept op, riep op, riepen op, opgeroepen)
    • ontbieden werkwoord (ontbied, ontbiedt, ontbood, ontboden, ontboden)
    • laten komen werkwoord (laat komen, liet komen, lieten komen, laten komen)

Vertaal Matrix voor amener à soi:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bijhalen amener à soi; tirer à soi
laten komen amener à soi; appeler; convoquer; invoquer; laisser venir
ontbieden amener à soi; appeler; convoquer; invoquer; laisser venir appeler; appeler à; assigner en justice; citer en justice; convoquer; interpeller; intimer; notifier; paraître devant le tribunal; remémorer; sommer; sommer de
oproepen amener à soi; appeler; convoquer; invoquer; laisser venir appeler; appeler à; assigner en justice; citer en justice; convoquer; interpeller; intimer; notifier; paraître devant le tribunal; remémorer; sommer; sommer de
tevoorschijn roepen amener à soi; appeler; convoquer; invoquer; laisser venir

Verwante vertalingen van amener à soi