Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. amorçage:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor amorçage (Frans) in het Nederlands

amorçage:

amorçage [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'amorçage (séduction; charme; attraction)
    verleiden; het lokken
    • verleiden [znw.] zelfstandig naamwoord
    • lokken [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. l'amorçage

Vertaal Matrix voor amorçage:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lokken amorçage; attraction; charme; séduction
verleiden amorçage; attraction; charme; séduction
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lokken allecher dehors; allécher; appâter; attirer; attirer dehoors; entraîner; séduire; tenter
verleiden allécher; appâter; attirer; charmer; entraîner; séduire; tenter
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
seeding amorçage

Synoniemen voor "amorçage":


Wiktionary: amorçage


Cross Translation:
FromToVia
amorçage springplank; trampoline bootstrap — a means of advancing oneself or accomplishing something