Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. apprentissage:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor apprentissage (Frans) in het Nederlands

apprentissage:

apprentissage [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'apprentissage
    het leerproces
  2. l'apprentissage
    aanleren
  3. l'apprentissage
    de training
    • training [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  4. l'apprentissage (années de scolarité)
    de leertijd
    • leertijd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor apprentissage:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanleren apprentissage
leerproces apprentissage
leertijd années de scolarité; apprentissage années d'apprentissage; années de formation
training apprentissage entraînement; formation; instruction; éducation
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanleren apprendre; faire l'apprentissage de; s'initier à

Synoniemen voor "apprentissage":


Wiktionary: apprentissage


Cross Translation:
FromToVia
apprentissage stage apprenticeship — condition of, or the time served by, an apprentice
apprentissage stage apprenticeship — system by which a person learning a craft or trade is instructed
apprentissage leren learning — action of the verb

Verwante vertalingen van apprentissage