Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. arrière:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor arrière (Frans) in het Nederlands

arrière:

arrière [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'arrière (défenseur)
    de back; de achterspeler
    • back [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • achterspeler [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

arrière bijvoeglijk naamwoord

  1. arrière (à l'envers; en marche arrière; à la renverse; )
    averechts; verkeerd

Vertaal Matrix voor arrière:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achterspeler arrière; défenseur
back arrière; défenseur
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
averechts arrière; de retour; en arrière; en marche arrière; rétrograde; à contresens; à l'envers; à la renverse; à rebours
verkeerd arrière; de retour; en arrière; en marche arrière; rétrograde; à contresens; à l'envers; à la renverse; à rebours abusivement; choquant; cru; erroné; fausse; faux; fripon; grossier; impudique; inconvenable; inconvenablement; inconvenant; incorrect; incorrecte; indécemment; indécent; inexact; mal; malicieux; mauvais; par erreur; polisson; raté; à côté; à tort

Synoniemen voor "arrière":


Wiktionary: arrière


Cross Translation:
FromToVia
arrière achterhoedespeler; verdediger back — a position behind most players on the team
arrière achterst hind — located at the rear

Verwante vertalingen van arrière