Avec cela in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

avec cela:
- hierbij; bij deze; hiermee; met dit; daarmee; ermee; bijgesloten; bijgevoegd; bijgaand; daarmede

Frans

Uitgebreide vertaling voor avec cela (Frans) in het Nederlands

avec cela (par la présente; ci-joint; avec ceci; ci-inclus; en plus)
hierbij; bij deze; hiermee; met dit
- hierbij bijwoord
- bij deze bijvoeglijk naamwoord
- hiermee bijvoeglijk naamwoord
- met dit bijvoeglijk naamwoord
avec cela (avec; par là)
daarmee; ermee
- daarmee bijvoeglijk naamwoord
- ermee bijvoeglijk naamwoord
avec cela (ci-joint; ci-inclus; inclus; par la présente; avec ceci; sous ce pli)
bijgesloten; bijgevoegd; bijgaand
- bijgesloten bijvoeglijk naamwoord
- bijgevoegd bijvoeglijk naamwoord
- bijgaand bijvoeglijk naamwoord
avec cela
daarmede
- daarmede bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bijgaand	avec ceci; avec cela; ci-inclus; ci-joint; inclus; par la présente; sous ce pli
bijgesloten	avec ceci; avec cela; ci-inclus; ci-joint; inclus; par la présente; sous ce pli	appartenant à; correspondant à; faisant partie de
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hierbij	avec ceci; avec cela; ci-inclus; ci-joint; en plus; par la présente
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bij deze	avec ceci; avec cela; ci-inclus; ci-joint; en plus; par la présente
bijgevoegd	avec ceci; avec cela; ci-inclus; ci-joint; inclus; par la présente; sous ce pli
daarmede	avec cela
daarmee	avec; avec cela; par là
ermee	avec; avec cela; par là
hiermee	avec ceci; avec cela; ci-inclus; ci-joint; en plus; par la présente
met dit	avec ceci; avec cela; ci-inclus; ci-joint; en plus; par la présente