Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor aventures (Frans) in het Nederlands

aventures:

aventures [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'aventures
    de avonturen
    • avonturen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  2. l'aventures (péripéties)
    de perikelen
    • perikelen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  3. l'aventures (péripéties)
    de lotgevallen; de avonturen

Vertaal Matrix voor aventures:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avonturen aventures; péripéties
lotgevallen aventures; péripéties
perikelen aventures; péripéties
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avonturen aventurer; hasarder; oser; risquer

aventures vorm van aventurer:

aventurer werkwoord (aventure, aventures, aventurons, aventurez, )

  1. aventurer (oser; risquer; hasarder)
    riskeren; wagen; durven; avonturen
    • riskeren werkwoord (riskeer, riskeert, riskeerde, riskeerden, geriskeerd)
    • wagen werkwoord (waag, waagt, waagde, waagden, gewaagd)
    • durven werkwoord (durf, durft, durfde, durfden, gedurfd)
    • avonturen werkwoord
  2. aventurer (oser; risquer; hasarder)

Conjugations for aventurer:

Présent
  1. aventure
  2. aventures
  3. aventure
  4. aventurons
  5. aventurez
  6. aventurent
imparfait
  1. aventurais
  2. aventurais
  3. aventurait
  4. aventurions
  5. aventuriez
  6. aventuraient
passé simple
  1. aventurai
  2. aventuras
  3. aventura
  4. aventurâmes
  5. aventurâtes
  6. aventurèrent
futur simple
  1. aventurerai
  2. aventureras
  3. aventurera
  4. aventurerons
  5. aventurerez
  6. aventureront
subjonctif présent
  1. que j'aventure
  2. que tu aventures
  3. qu'il aventure
  4. que nous aventurions
  5. que vous aventuriez
  6. qu'ils aventurent
conditionnel présent
  1. aventurerais
  2. aventurerais
  3. aventurerait
  4. aventurerions
  5. aventureriez
  6. aventureraient
passé composé
  1. ai aventuré
  2. as aventuré
  3. a aventuré
  4. avons aventuré
  5. avez aventuré
  6. ont aventuré
divers
  1. aventure!
  2. aventurez!
  3. aventurons!
  4. aventuré
  5. aventurant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor aventurer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avonturen aventures; péripéties
durven audace; courage
wagen audace; auto; automobile; bagnole; chariot; charrette; courage; voiture; voiturette; véhicule
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avonturen aventurer; hasarder; oser; risquer
avonturieren aventurer; hasarder; oser; risquer
durven aventurer; hasarder; oser; risquer
riskeren aventurer; hasarder; oser; risquer
wagen aventurer; hasarder; oser; risquer

Synoniemen voor "aventurer":


Wiktionary: aventurer