Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. banlieue:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor banlieue (Frans) in het Nederlands

banlieue:

banlieue [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le banlieue (commune de la banlieue; faubourg)
    de voorstad; de randgemeente
  2. le banlieue (faubourg)
    de buitenwijken

banlieue [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la banlieue (zone périphérique)
    het grensgebied; het randgebied

Vertaal Matrix voor banlieue:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buitenwijken banlieue; faubourg
grensgebied banlieue; zone périphérique région frontalière; secteur des frontières
randgebied banlieue; zone périphérique
randgemeente banlieue; commune de la banlieue; faubourg
voorstad banlieue; commune de la banlieue; faubourg

Synoniemen voor "banlieue":


Wiktionary: banlieue

banlieue
noun
  1. Étendue de pays qui entoure une ville et qui en est souvent une dépendance.

Cross Translation:
FromToVia
banlieue voorstad suburb — area on the periphery of a city or large town

Verwante vertalingen van banlieue