Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. banque:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor banque (Frans) in het Nederlands

banque:

banque [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la banque (maison de banque)
    de bank; het bankgebouw
    • bank [de ~] zelfstandig naamwoord
    • bankgebouw [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. la banque (banque commerciale)
    de bank; de handelsbank
    • bank [de ~] zelfstandig naamwoord
    • handelsbank [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. la banque
    de bank
    • bank [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor banque:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bank banque; banque commerciale; maison de banque banc; banquette; canapé
bankgebouw banque; maison de banque
handelsbank banque; banque commerciale banque commerciale

Synoniemen voor "banque":


Wiktionary: banque

banque
noun
  1. commerce qui consiste à recevoir des capitaux en compte courant avec ou sans intérêt ; à échanger des effets ou à les escompter avec des espèces, à des taux et moyennant des commissions variables ; à exécuter pour le compte de tiers toutes opérations

Cross Translation:
FromToVia
banque bank bank — institution
banque bank bank — branch office of such an institution

Verwante vertalingen van banque