Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor bien aller (Frans) in het Nederlands

bien aller:

bien aller werkwoord

  1. bien aller
    staan
    • staan werkwoord (sta, staat, stond, stonden, gestaan)
  2. bien aller (aller ensemble; convenir)
    passen; bijpassen
    • passen werkwoord (pas, past, paste, pasten, gepast)
    • bijpassen werkwoord (pas bij, past bij, paste bij, pasten bij, bijgepast)
  3. bien aller (se plaire; convenir; être convenable; être apte à)
    bevallen; prettig vinden; conveniëren; aanstaan
    • bevallen werkwoord (beval, bevalt, beviel, bevielen, bevallen)
    • prettig vinden werkwoord
    • conveniëren werkwoord (convenieer, convenieert, convenieerde, convenieerden, geconvenieerd)
    • aanstaan werkwoord (sta aan, staat aan, stond aan, stonden aan, aangestaan)
  4. bien aller (flatter; aller bien)
    flatteren; goed staan
    • flatteren werkwoord (flatteer, flatteert, flatteerde, flatteerden, geflatteerd)
    • goed staan werkwoord (sta goed, staat goed, stond goed, stonden goed, goed gestaan)

Vertaal Matrix voor bien aller:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
passen démarches; fait d'essayer; marches; pas
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanstaan bien aller; convenir; se plaire; être apte à; être convenable amuser; coqueter; faire la coquette; faire plaisir à; flirter; jouir de; marcher; plaire; sembler bon; être allumé; être en service
bevallen bien aller; convenir; se plaire; être apte à; être convenable accoucher; attirer; charmer; coqueter; enchanter; enjôler; envoûter; faire la coquette; faire plaisir à; flirter; plaire; plaire à; produire; séduire
bijpassen aller ensemble; bien aller; convenir
conveniëren bien aller; convenir; se plaire; être apte à; être convenable arriver à propos; convenir; convenir à; tomber à propos; être apte à; être bon; être convenable
flatteren aller bien; bien aller; flatter flagorner; flatter; manier la brosse à reluire; marcher à quatre pattes; ramper
goed staan aller bien; bien aller; flatter
passen aller ensemble; bien aller; convenir arriver à propos; compter de l'argent; convenir; essayer; essayer la taille; tomber à propos; être apte à; être bon; être convenable
prettig vinden bien aller; convenir; se plaire; être apte à; être convenable
staan bien aller

Verwante vertalingen van bien aller