Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. bogue:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor bogue (Frans) in het Nederlands

bogue:

bogue [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la bogue (coquille; coque; couche; )
    de schelp; de schaal
    • schelp [de ~] zelfstandig naamwoord
    • schaal [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. la bogue
    de fout; de bug
    • fout [de ~] zelfstandig naamwoord
    • bug [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. la bogue
    de bug
    • bug [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bogue:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bug bogue
fout bogue avarie; bévue; coup manqué; coup raté; dommage; défaillance; défaut; dérangement; errance; erreur; faute; faux pas; gaffe; imperfection; lapsus; manque; méprise; panne; égarement
schaal bogue; carapace; coque; coquille; couche; enveloppe; peau; écorce brou; petit plat; petit plateau; plat résistant à la chaleur du four; soucoupe; écale
schelp bogue; carapace; coque; coquille; couche; enveloppe; peau; écorce
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fout erroné; fausse; faux; fripon; incorrect; incorrecte; inexact; malicieux; polisson; raté; à côté

Synoniemen voor "bogue":


Wiktionary: bogue

bogue
noun
  1. zoologie|nocat=1 Espèce de petit poisson osseux marin, un sparidé de l'Atlantique, la Méditerranée (surtout) et la mer Noire, aux gros yeux, grisâtre avec des lignes longitudinales sur les flancs.
  2. programmation|fr anomalie dans un programme informatique l’empêchant de fonctionner correctement.
    • boguebug

Cross Translation:
FromToVia
bogue bug bug — problem that needs fixing (especially in computing)