Frans

Uitgebreide vertaling voor coït (Frans) in het Nederlands

coït:

coït [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le coït (union sexuelle; union charnelle)
    de geslachtsgemeenschap; het verkeer; de omgang
  2. le coït (copulation)
    de paring; de gemeenschap
    • paring [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gemeenschap [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor coït:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gemeenschap copulation; coït communauté; rapports; relations
geslachtsgemeenschap coït; union charnelle; union sexuelle
omgang coït; union charnelle; union sexuelle cercle; fait de faire sa ronde; fréquentation; processions; ronde; tour; tournée
paring copulation; coït
verkeer coït; union charnelle; union sexuelle circulation; trafic; transport publique; transport sur voies publiques

Synoniemen voor "coït":


Wiktionary: coït

coït
noun
  1. geslachtsgemeenschap

Cross Translation:
FromToVia
coït coïtus coitus — sexual interaction
coït geslachtsgemeenschap; sexuele betrekkingen; seksueel verkeer sexual intercourse — sexual interaction