Frans

Uitgebreide vertaling voor cochonnerie (Frans) in het Nederlands

cochonnerie:

cochonnerie [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la cochonnerie (saleté; ordure; saloperie; )
    de slonzigheid; de viespeukerij; het vuil; de viezigheid; de smerigheid; de vuiligheid; de smeerlapperij; de drab; de vuilheid; de zwijnenboel; de morsigheid
  2. la cochonnerie (ordure; saleté; saloperie; répugnance; obscénité)
    de viezigheid; de smeerlapperij; de viespeukerij
  3. la cochonnerie (saleté; pourriture; bordel; )
    de rotzooi; de bocht; de troep; smerig spul
    • rotzooi [de ~] zelfstandig naamwoord
    • bocht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • troep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • smerig spul [znw.] zelfstandig naamwoord
  4. la cochonnerie (fouillis)
    de knoeierij; de kliederboel
  5. la cochonnerie
    de zwijnerij

Vertaal Matrix voor cochonnerie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bocht bibine; bordel; charogne; cochonnerie; pagaïe; pagaïlle; piquette; pourriture; rinçure; saleté bibine; canaille; courbe; courbement; courbure; rebut; rondeur; tournant; virage
drab cochonnerie; malpropreté; négligence; obscénité; ordure; répugnance; saleté; saloperie dépôt; dépôts; lie; marc; marc de café; résidu; résidus; sédiment; sédiments
kliederboel cochonnerie; fouillis
knoeierij cochonnerie; fouillis barbouillage; bousillage; duperie; escroquerie; fraude; piège grossier; tricherie
morsigheid cochonnerie; malpropreté; négligence; obscénité; ordure; répugnance; saleté; saloperie
rotzooi bibine; bordel; charogne; cochonnerie; pagaïe; pagaïlle; piquette; pourriture; rinçure; saleté bazar; bordel; chahut; débris; déchets; décombres; désordre; fouillis; foutoir; gravats; ordures; pagaille; tas de décombres
slonzigheid cochonnerie; malpropreté; négligence; obscénité; ordure; répugnance; saleté; saloperie
smeerlapperij cochonnerie; malpropreté; négligence; obscénité; ordure; répugnance; saleté; saloperie
smerig spul bibine; bordel; charogne; cochonnerie; pagaïe; pagaïlle; piquette; pourriture; rinçure; saleté
smerigheid cochonnerie; malpropreté; négligence; obscénité; ordure; répugnance; saleté; saloperie crasse; malpropreté
troep bibine; bordel; charogne; cochonnerie; pagaïe; pagaïlle; piquette; pourriture; rinçure; saleté accumulation; affluence; attroupement; bande; barbouillage; bazar; bordel; bousillage; chahut; chaos; clique; désordre; fatras; fouillis; foule; foutoir; grand nombre de gens; gribouillage; masse; meute; multitude de gens; pagaille; ramassis; rassemblement; tas de décombres; troupe
viespeukerij cochonnerie; malpropreté; négligence; obscénité; ordure; répugnance; saleté; saloperie
viezigheid cochonnerie; malpropreté; négligence; obscénité; ordure; répugnance; saleté; saloperie crasse; malpropreté
vuil cochonnerie; malpropreté; négligence; obscénité; ordure; répugnance; saleté; saloperie crasse; malpropreté
vuilheid cochonnerie; malpropreté; négligence; obscénité; ordure; répugnance; saleté; saloperie crasse; langage obscène; langage ordurier; malpropreté; saleté
vuiligheid cochonnerie; malpropreté; négligence; obscénité; ordure; répugnance; saleté; saloperie crasse; langage obscène; langage ordurier; malpropreté; saleté
zwijnenboel cochonnerie; malpropreté; négligence; obscénité; ordure; répugnance; saleté; saloperie
zwijnerij cochonnerie
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vuil blême; bourbeuse; bourbeux; cochon; comme une salope; crasseux; douteux; débraillé; défraîchi; dégoûtant; dégoûté; déguenillé; dégueulasse; gris; grisâtre; mal débarbouillé; malpropre; malproprement; sale; salement; terne; terreux

Synoniemen voor "cochonnerie":


Wiktionary: cochonnerie

cochonnerie
noun
  1. (familier, fr) malpropreté.
cochonnerie
noun
  1. een bende, een vuile troep