Commune in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

commune:
- gemeente; commune; leefgemeenschap; woongemeenschap; woongroep
Wiktionary:
- commune → gemeenschap, gemeente, stad
- commune → gewone, gewoon, gemene, gemeen, veelvoorkomend, gemeente, stad, nederzetting

Frans

Uitgebreide vertaling voor commune (Frans) in het Nederlands

la commune (communauté; municipalité; paroisse)
de gemeente
- gemeente [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la commune (communauté d'habitation; communauté; cellule de cohabitants)
de commune; de leefgemeenschap; de woongemeenschap; de woongroep
- commune [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- leefgemeenschap [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- woongemeenschap [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- woongroep [de ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
commune	cellule de cohabitants; communauté; communauté d'habitation; commune
gemeente	communauté; commune; municipalité; paroisse
leefgemeenschap	cellule de cohabitants; communauté; communauté d'habitation; commune	collectivité; communauté; société
woongemeenschap	cellule de cohabitants; communauté; communauté d'habitation; commune	collectivité; communauté; société
woongroep	cellule de cohabitants; communauté; communauté d'habitation; commune

circonscription; département; arrondissement; préfecture; canton; district; diocèse; paroisse; région; collective; ordinaire; ville; grossière; brute; rudimentaire; sommaire; rude; imprécise; imparfaite; bestiale; fruste; rustre; impolie; béotienne; mufle; habituelle; coutumière; quotidienne; normale; familière; machinale; traditionnelle; rituelle; courante; consacrée; usuelle; accoutumée; municipalité; mairie; clocher; village; publique; manifeste; évidente; ouverte; banale; notoire; officielle; cité; hameau; localité; bourg; agglomération; métropole

commune

noun

division du territoire français (ou d'autres pays, notamment francophones) administrer par un maire et un conseil municipal.
- commune → gemeenschap; gemeente

commune

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• commune	→ gewone; gewoon; gemene; gemeen	↔ common — mutual
• commune	→ gewone; gewoon; gemene; gemeen	↔ common — usual
• commune	→ veelvoorkomend	↔ common — found in large numbers or in a large quantity
• commune	→ gemeente; stad; nederzetting	↔ town — settlement
• commune	→ gemeente	↔ Gemeinde — gesellschaftliches Gebilde: Gemeinschaft mit höherem Organisationsgrad;