Frans

Uitgebreide vertaling voor construction (Frans) in het Nederlands

construction:

construction [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la construction (composition; structure; édification; constitution)
    de constructie; de samenstelling; de opbouw; de structuur; opbouwen; samengesteld geheel; de bouw
  2. la construction (composition; mise en ordre; arrangement; ordre; classement)
    de samenstelling; de opbouw; de structuur; de ordening; de organisatie; het systeem
  3. la construction (secteur du bâtiment; bâtisse; chantier)
    de bouw; de bouwsector
    • bouw [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bouwsector [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. la construction (bâtiment; immeuble; édifice; )
    het gebouw; het bouwwerk; het pand
    • gebouw [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bouwwerk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • pand [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. la construction (édifice; immeuble; bâtiment)
    het bouwsel
    • bouwsel [het ~] zelfstandig naamwoord
  6. la construction (fabrication)
    de constructie; de fabricage
  7. la construction (constitution; constitutions; composition)
    de constitutie; het gestel
  8. la construction (constitution physique; physique; constitutions)
    de constitutie; de lichaamsbouw
  9. la construction (application; mise)
    aanleggen
  10. la construction (composition; assemblage; montage; )
    de assemblage; de samenstelling; assembleren; de montage; de samenvoeging
  11. la construction (exploitation)
    de bebouwing
  12. la construction (instauration; établissement; fondation; création)
    de grondlegging

Vertaal Matrix voor construction:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanleggen application; construction; mise
assemblage assemblage; composition; construction; fixation; installation; mise en place; montage; placement; positionnement
assembleren assemblage; composition; construction; fixation; installation; mise en place; montage; placement; positionnement
bebouwing construction; exploitation
bouw bâtisse; chantier; composition; constitution; construction; secteur du bâtiment; structure; édification
bouwsector bâtisse; chantier; construction; secteur du bâtiment
bouwsel bâtiment; construction; immeuble; édifice
bouwwerk bâtiment; bâtisse; construction; immeuble; lot; lotissement; maison; monument; parcelle; parcelle de terrain; terrain vague; terrain à bâtir; édifice
constitutie composition; constitution; constitution physique; constitutions; construction; physique constitution; loi fondamentale
constructie composition; constitution; construction; fabrication; structure; édification
fabricage construction; fabrication confection; fabrication; production; réalisation; élaboration
gebouw bâtiment; bâtisse; construction; immeuble; lot; lotissement; maison; monument; parcelle; parcelle de terrain; terrain vague; terrain à bâtir; édifice bâtiment; immeuble; édifice
gestel composition; constitution; constitutions; construction
grondlegging construction; création; fondation; instauration; établissement
lichaamsbouw constitution physique; constitutions; construction; physique
montage assemblage; composition; construction; fixation; installation; mise en place; montage; placement; positionnement montage; montage de film; équipement
opbouw arrangement; classement; composition; constitution; construction; mise en ordre; ordre; structure; édification
opbouwen composition; constitution; construction; structure; édification rendu
ordening arrangement; classement; composition; construction; mise en ordre; ordre arrangement; classement; hiérarchie; mise en ordre; ordre; rangement
organisatie arrangement; classement; composition; construction; mise en ordre; ordre amicale; association; cercle; club; guilde; guilde de métier; instance; institut; organe; organisation; organisme; société; union des artisans
pand bâtiment; bâtisse; construction; immeuble; lot; lotissement; maison; monument; parcelle; parcelle de terrain; terrain vague; terrain à bâtir; édifice bâtiment; caution; garant; immeuble; maison; édifice
samengesteld geheel composition; constitution; construction; structure; édification
samenstelling arrangement; assemblage; classement; composition; constitution; construction; fixation; installation; mise en ordre; mise en place; montage; ordre; placement; positionnement; structure; édification combinaison; ensemble; pièces
samenvoeging assemblage; composition; construction; fixation; installation; mise en place; montage; placement; positionnement addition; assemblage; composition; cumul; embranchement; enchaînement; joint; jonction; liaison; raccord; réunion; somme; soudure; succession; union
structuur arrangement; classement; composition; constitution; construction; mise en ordre; ordre; structure; édification arborescence; structure
systeem arrangement; classement; composition; construction; mise en ordre; ordre système
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanleggen aborder; accoster; amarrer; construire; dresser; installer; mettre
assembleren assembler; monter
opbouwen bâtir; construire; fonder; lancer; édifier; ériger

Synoniemen voor "construction":


Wiktionary: construction

construction
noun
  1. het in elkaar zetten of produceren van iets

Cross Translation:
FromToVia
construction bouwen; bouw building — act or process of building

Verwante vertalingen van construction