Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. déchets:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor déchets (Frans) in het Nederlands

déchets:

déchets [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le déchets (décombres; débris; gravats; ordures)
    het afval; de rotzooi; de vuilnis
    • afval [het ~] zelfstandig naamwoord
    • rotzooi [de ~] zelfstandig naamwoord
    • vuilnis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. le déchets (détritus; substances)
    de afvalstoffen; de afvalmaterialen
  3. le déchets (rebuts)
    de uitschotten

Vertaal Matrix voor déchets:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afval débris; déchets; décombres; gravats; ordures déchet; immondices; ordures ménagères
afvalmaterialen déchets; détritus; substances
afvalstoffen déchets; détritus; substances
rotzooi débris; déchets; décombres; gravats; ordures bazar; bibine; bordel; chahut; charogne; cochonnerie; désordre; fouillis; foutoir; pagaille; pagaïe; pagaïlle; piquette; pourriture; rinçure; saleté; tas de décombres
uitschotten déchets; rebuts
vuilnis débris; déchets; décombres; gravats; ordures immondices; ordures ménagères

Wiktionary: déchets

déchets
noun
  1. Pluriel de déchet.

Cross Translation:
FromToVia
déchets brol; afval; rotzooi; rommel junk — rubbish, waste
déchets vuilnis; afval offal — refuse
déchets vuilnis; afval rubbish — garbage, junk, refuse, waste
déchets afval; rommel; vuil waste — useless products, garbage

Verwante vertalingen van déchets