Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor dérouter (Frans) in het Nederlands

dérouter:

dérouter werkwoord

  1. dérouter (déconcerter)
    van zijn stuk brengen; verwarren; ontredderen; in de war brengen
    • van zijn stuk brengen werkwoord (breng van zijn stuk, brengt van zijn stuk, bracht van zijn stuk, brachten van zijn stuk, van zijn stuk gebracht)
    • verwarren werkwoord (verwar, verwart, verwarde, verwarden, verward)
    • ontredderen werkwoord (ontredder, ontreddert, ontredderde, ontredderden, ontredderd)
    • in de war brengen werkwoord (breng in de war, brengt in de war, bracht in de war, brachten in de war, in de war gebracht)

Vertaal Matrix voor dérouter:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
in de war brengen déconcerter; dérouter
ontredderen déconcerter; dérouter
van zijn stuk brengen déconcerter; dérouter
verwarren déconcerter; dérouter cochonner; embrouiller

Synoniemen voor "dérouter":