Désespérance in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

désespérance:
- wanhoop; radeloosheid; vertwijfeling; somberheid; triestheid; treurnis; zwaarmoedigheid; neerslachtigheid; gedeprimeerdheid

Frans

Uitgebreide vertaling voor désespérance (Frans) in het Nederlands

la désespérance (désespoir; mal de vivre; morosité; mélancolie; tristesse)
de wanhoop; de radeloosheid; de vertwijfeling
- wanhoop [de ~] zelfstandig naamwoord
- radeloosheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vertwijfeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la désespérance (mélancolie; tristesse; morosité)
de somberheid; de triestheid; de treurnis
- somberheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- triestheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- treurnis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la désespérance (tristesse; morosité; désespoir; découragement; mélancolie)
de somberheid; de zwaarmoedigheid; de neerslachtigheid; gedeprimeerdheid
- somberheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- zwaarmoedigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- neerslachtigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gedeprimeerdheid [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gedeprimeerdheid	découragement; désespoir; désespérance; morosité; mélancolie; tristesse
neerslachtigheid	découragement; désespoir; désespérance; morosité; mélancolie; tristesse
radeloosheid	désespoir; désespérance; mal de vivre; morosité; mélancolie; tristesse
somberheid	découragement; désespoir; désespérance; morosité; mélancolie; tristesse	absence de couleur; ennui; grisaille; lividité; manque de couleur; monotonie; morosité; pâleur; tristesse; uniformité
treurnis	désespérance; morosité; mélancolie; tristesse	chagrin; ennui; tourment; tristesse
triestheid	désespérance; morosité; mélancolie; tristesse
vertwijfeling	désespoir; désespérance; mal de vivre; morosité; mélancolie; tristesse
wanhoop	désespoir; désespérance; mal de vivre; morosité; mélancolie; tristesse
zwaarmoedigheid	découragement; désespoir; désespérance; morosité; mélancolie; tristesse