Frans
Uitgebreide vertaling voor déssoûler (Frans) in het Nederlands
déssoûler:
-
déssoûler (dégriser; doucher; désenchanter; désillusionner; devenir sérieux; désenivrer)
ontnuchteren; nuchter worden-
nuchter worden werkwoord (word nuchter, wordt nuchter, werd nuchter, werden nuchter, nuchter geworden)
Vertaal Matrix voor déssoûler:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
nuchter worden | devenir sérieux; doucher; dégriser; désenchanter; désenivrer; désillusionner; déssoûler | |
ontnuchteren | devenir sérieux; doucher; dégriser; désenchanter; désenivrer; désillusionner; déssoûler |