Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal dame

Vertaal dame van Frans naar Nederlands

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

dame:
- dame; heiblok
damer:
- vaststampen; aanstampen
- aanplempen
Wiktionary:
- dame → dam, dame
- dame → dame, koningin, vrouw

Frans

Uitgebreide vertaling voor dame (Frans) in het Nederlands

dame:

dame [la ~] zelfstandig naamwoord

la dame (madame)
de dame
- dame [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la dame (mouton de sonnette; hie; demoiselle)
het heiblok
- heiblok [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dame:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dame	dame; madame
heiblok	dame; demoiselle; hie; mouton de sonnette	mouton de sonnette; sonnette

Synoniemen voor "dame":

femme; épouse; mère; soeur; demoiselle; fille; matrone; ménagère; héroïne; sirène; déesse; nymphe; égérie; hie; dameuse; paveuse; lady; madame; mademoiselle; reine; souveraine; impératrice; maîtresse

Wiktionary: dame

dame

noun

Pièce du jeu de dames.
- dame → dam
Pièce du jeu d’échecs.
- dame → dame

dame

noun

beschaafde vrouw
- dame → dame
koningin in het schaakspel
- dame → dame

Cross Translation:

From	To	Via
• dame	→ dame	↔ lady — woman of breeding and authority
• dame	→ dame	↔ lady — wife of a lord
• dame	→ dame	↔ lady — polite term referring a woman
• dame	→ dame; koningin	↔ queen — chess piece
• dame	→ vrouw; dame	↔ queen — playing card

damer:

damer werkwoord (dame, dames, damons, damez, dament, damais, damait, damions, damiez, damaient, damai, damas, dama, damâmes, damâtes, damèrent, damerai, dameras, damera, damerons, damerez, dameront)

damer (tasser le sol; pilonner; fouler; plomber la terre)
vaststampen; aanstampen
- vaststampen werkwoord (stamp vast, stampt vast, stampte vast, stampten vast, vast gestampen)
- aanstampen werkwoord (stamp aan, stampt aan, stampte aan, stampten aan, aangestampt)

Conjugations for damer:

Présent

dame
dames
dame
damons
damez
dament

imparfait

damais
damais
damait
damions
damiez
damaient

passé simple

damai
damas
dama
damâmes
damâtes
damèrent

futur simple

damerai
dameras
damera
damerons
damerez
dameront

subjonctif présent

que je dame
que tu dames
qu'il dame
que nous damions
que vous damiez
qu'ils dament

conditionnel présent

damerais
damerais
damerait
damerions
dameriez
dameraient

passé composé

ai damé
as damé
a damé
avons damé
avez damé
ont damé

divers

dame!
damez!
damons!
damé
damant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

damer [le ~] zelfstandig naamwoord

le damer (combler; tasser)
aanplempen
- aanplempen [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor damer:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanplempen	combler; damer; tasser
aanstampen		acte de dammer; tassement
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanstampen	damer; fouler; pilonner; plomber la terre; tasser le sol
vaststampen	damer; fouler; pilonner; plomber la terre; tasser le sol

Verwante vertalingen van dame