Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. demi-sommeil:


Frans

Uitgebreide vertaling voor demi-sommeil (Frans) in het Nederlands

demi-sommeil:

demi-sommeil [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le demi-sommeil (somnolonce)
    de dommel
    • dommel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. le demi-sommeil (somme; somnolence; assoupissement; rêvasserie; rêve éveillé)
    het dutten; gedut
    • dutten [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gedut [znw.] zelfstandig naamwoord
  3. le demi-sommeil (assoupissement; somme; somnolence; rêvasserie)
    doezelen; het soezen; gedommel; dommelen; gedoezel; gesoes
    • doezelen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • soezen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gedommel [znw.] zelfstandig naamwoord
    • dommelen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • gedoezel [znw.] zelfstandig naamwoord
    • gesoes [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor demi-sommeil:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doezelen assoupissement; demi-sommeil; rêvasserie; somme; somnolence
dommel demi-sommeil; somnolonce
dommelen assoupissement; demi-sommeil; rêvasserie; somme; somnolence
dutten assoupissement; demi-sommeil; rêvasserie; rêve éveillé; somme; somnolence
gedoezel assoupissement; demi-sommeil; rêvasserie; somme; somnolence
gedommel assoupissement; demi-sommeil; rêvasserie; somme; somnolence
gedut assoupissement; demi-sommeil; rêvasserie; rêve éveillé; somme; somnolence
gesoes assoupissement; demi-sommeil; rêvasserie; somme; somnolence
soezen assoupissement; demi-sommeil; rêvasserie; somme; somnolence
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doezelen faire la sieste; faire un somme; rêvasser; sommeiller; somnoler; être endormi
dommelen faire la sieste; faire un somme; rêvasser; sommeiller; somnoler; être endormi
dutten faire la sieste; faire un somme; rêvasser; sommeiller; somnoler; être endormi
soezen faire la sieste; faire un somme; rêvasser; sommeiller; somnoler; être endormi

Synoniemen voor "demi-sommeil":


Verwante vertalingen van demi-sommeil