Frans

Uitgebreide vertaling voor emballage (Frans) in het Nederlands

emballage:

emballage [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'emballage (enveloppe; empaquetage; boîte; carton)
    de verpakking; het omhulsel; de huls; het omkleedsel; het omwindsel
  2. l'emballage (boîte à ranger; carton)
    de doos; opbergdoos
    • doos [de ~] zelfstandig naamwoord
    • opbergdoos [znw.] zelfstandig naamwoord
  3. l'emballage (empaquetage; enveloppe; boîte; carton)
    de verpakking; de emballage
  4. l'emballage
    de pakking
    • pakking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  5. l'emballage
    verpakken
  6. l'emballage (paquet; paquet-poste; boîte; )
    het pakket; het pakje; het postpakket
    • pakket [het ~] zelfstandig naamwoord
    • pakje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • postpakket [het ~] zelfstandig naamwoord
  7. l'emballage (ballot; paquet; bourse; )
    de baal; de pak
    • baal [de ~] zelfstandig naamwoord
    • pak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  8. l'emballage (empaquetage; boîte; carton; enveloppe)
    het omhulsel; de buitenkant; de huls; het omwindsel; het omkleedsel
  9. l'emballage (papier d'emballage)
    inpakpapier; verpakkingspapier

Vertaal Matrix voor emballage:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baal balle; ballot; bourse; emballage; empaquetage; paquet; peloton
buitenkant boîte; carton; emballage; empaquetage; enveloppe air; air de quelqu'un; allure; apparence; aspect; côté extérieur; dehors; extérieur; face externe; figure; forme; mine; physique
doos boîte à ranger; carton; emballage boîte; maison d'arrêt; maison de correction; maison de détention; prison; pénitencier; établissement pénitentiaire
emballage boîte; carton; emballage; empaquetage; enveloppe
huls boîte; carton; emballage; empaquetage; enveloppe
inpakpapier emballage; papier d'emballage
omhulsel boîte; carton; emballage; empaquetage; enveloppe
omkleedsel boîte; carton; emballage; empaquetage; enveloppe
omwindsel boîte; carton; emballage; empaquetage; enveloppe
opbergdoos boîte à ranger; carton; emballage
pak balle; ballot; bourse; emballage; empaquetage; paquet; peloton complet; costume; costume sur mesure; costume trois-pièces; ensemble; tenue
pakje boîte; carton; colis postal; emballage; empaquetage; paquet; paquet-poste; tranche
pakket boîte; carton; colis postal; emballage; empaquetage; paquet; paquet-poste; tranche package; paquet
pakking emballage
postpakket boîte; carton; colis postal; emballage; empaquetage; paquet; paquet-poste; tranche
verpakken emballage
verpakking boîte; carton; emballage; empaquetage; enveloppe conditionnement
verpakkingspapier emballage; papier d'emballage
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verpakken cartonner; couvrir; emballer; empaqueter; envelopper; faire ses malles; faire un paquet de; inclure dans un wrapper; recouvrir

Synoniemen voor "emballage":


Wiktionary: emballage

emballage
noun
  1. Résultat d'emballer
emballage
noun
  1. het materiaal waarin iets verpakt is

Cross Translation:
FromToVia
emballage verpacking; emballage Verpackung — Hülle, Behälter, Umhüllung, in die etwas verpackt ist
emballage omslag; verpakking wrapper — something that is wrapped around something else as a cover or protection

Verwante vertalingen van emballage