Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. emmagasiner:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor emmagasiner (Frans) in het Nederlands

emmagasiner:

emmagasiner werkwoord (emmagasine, emmagasines, emmagasinons, emmagasinez, )

  1. emmagasiner (faire provision de)
    boodschappen doen; winkelen; inkopen; inslaan; inkopen doen
    • boodschappen doen werkwoord (doe boodschappen, doet boodschappen, deed boodschappen, deden boodschappen, boodschappen gedaan)
    • winkelen werkwoord (winkel, winkelt, winkelde, winkelden, gewinkeld)
    • inkopen werkwoord (koop in, koopt in, kocht in, kochten in, ingekocht)
    • inslaan werkwoord (sla in, slaat in, sloeg in, sloegen in, ingeslagen)
    • inkopen doen werkwoord (doe inkopen, doet inkopen, deed inkopen, deden inkopen, inkopen gedaan)
  2. emmagasiner (stocker; entreposer; placer; conserver)
    opslaan; bewaren; deponeren
    • opslaan werkwoord (sla op, slaat op, sloeg op, sloegen op, opgeslagen)
    • bewaren werkwoord (bewaar, bewaart, bewaarde, bewaarden, bewaard)
    • deponeren werkwoord (deponeer, deponeert, deponeerde, deponeerden, gedeponeerd)

Conjugations for emmagasiner:

Présent
  1. emmagasine
  2. emmagasines
  3. emmagasine
  4. emmagasinons
  5. emmagasinez
  6. emmagasinent
imparfait
  1. emmagasinais
  2. emmagasinais
  3. emmagasinait
  4. emmagasinions
  5. emmagasiniez
  6. emmagasinaient
passé simple
  1. emmagasinai
  2. emmagasinas
  3. emmagasina
  4. emmagasinâmes
  5. emmagasinâtes
  6. emmagasinèrent
futur simple
  1. emmagasinerai
  2. emmagasineras
  3. emmagasinera
  4. emmagasinerons
  5. emmagasinerez
  6. emmagasineront
subjonctif présent
  1. que j'emmagasine
  2. que tu emmagasines
  3. qu'il emmagasine
  4. que nous emmagasinions
  5. que vous emmagasiniez
  6. qu'ils emmagasinent
conditionnel présent
  1. emmagasinerais
  2. emmagasinerais
  3. emmagasinerait
  4. emmagasinerions
  5. emmagasineriez
  6. emmagasineraient
passé composé
  1. ai emmagasiné
  2. as emmagasiné
  3. a emmagasiné
  4. avons emmagasiné
  5. avez emmagasiné
  6. ont emmagasiné
divers
  1. emmagasine!
  2. emmagasinez!
  3. emmagasinons!
  4. emmagasiné
  5. emmagasinant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor emmagasiner:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bewaren conservation; garde; préservation
winkelen shopping
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bewaren conserver; emmagasiner; entreposer; placer; stocker archiver; conserver; garder; maintenir; mettre de côté; préserver; ranger
boodschappen doen emmagasiner; faire provision de
deponeren conserver; emmagasiner; entreposer; placer; stocker coucher; déposer; garder; installer; mettre; placer; planter; poser; poser qch; préserver; ranger; situer; stationner; transcrire; transférer; verser; virer
inkopen emmagasiner; faire provision de
inkopen doen emmagasiner; faire provision de
inslaan emmagasiner; faire provision de briser; broyer; casser; casser en morceaux; démolir; fracasser; mettre en morceaux; rabattre; rompre; écraser
opslaan conserver; emmagasiner; entreposer; placer; stocker archiver; enregister; enregistrer; mémoriser; ranger; retenir
winkelen emmagasiner; faire provision de

Synoniemen voor "emmagasiner":


Wiktionary: emmagasiner

emmagasiner
verb
  1. mettre en magasin.