Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. emprunt:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor emprunt (Frans) in het Nederlands

emprunt:

emprunt [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'emprunt (hypothèque)
    de hypotheek; de lening; de geldlening
    • hypotheek [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • lening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • geldlening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. l'emprunt
    het leenwoord
  3. l'emprunt

Vertaal Matrix voor emprunt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geldlening emprunt; hypothèque
hypotheek emprunt; hypothèque hypothèque
leenwoord emprunt
lening emprunt; hypothèque accord de crédit; crédit; crédit à découvert; octroi d'un crédit; prêt
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
ontlening emprunt

Synoniemen voor "emprunt":


Wiktionary: emprunt

emprunt
noun
  1. Action d'emprunter ou chose empruntée
emprunt
noun
  1. een woord dat door een taal aan een andere taal ontleend is

Cross Translation:
FromToVia
emprunt leenwoord loanword — word taken from another language
emprunt obligatie AnleiheFinanzwirtschaft: verzinsliches Wertpapier; mit der begeben einer Anleihe borgen sich ein Unternehmen oder der Staat gegen Zahlung von Zinsen Geld von der Öffentlichkeit (statt es sich von Banken zu borgen)

Verwante vertalingen van emprunt