Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. enflammer:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor enflammer (Frans) in het Nederlands

enflammer:

enflammer werkwoord (enflamme, enflammes, enflammons, enflammez, )

  1. enflammer (stimuler; vivifier; activer; raviver; animer)
    aanmoedigen; activeren; opwekken; oppeppen; stimuleren; bezielen
    • aanmoedigen werkwoord (moedig aan, moedigt aan, moedigde aan, moedigden aan, aangemoedigd)
    • activeren werkwoord (activeer, activeert, activeerde, activeerden, geactiveerd)
    • opwekken werkwoord (wek op, wekt op, wekte op, wekten op, opgewekt)
    • oppeppen werkwoord (pep op, pept op, pepte op, pepten op, opgepept)
    • stimuleren werkwoord (stimuleer, stimuleert, stimuleerde, stimuleerden, gestimuleerd)
    • bezielen werkwoord (beziel, bezielt, bezielde, bezielden, bezield)

Conjugations for enflammer:

Présent
  1. enflamme
  2. enflammes
  3. enflamme
  4. enflammons
  5. enflammez
  6. enflamment
imparfait
  1. enflammais
  2. enflammais
  3. enflammait
  4. enflammions
  5. enflammiez
  6. enflammaient
passé simple
  1. enflammai
  2. enflammas
  3. enflamma
  4. enflammâmes
  5. enflammâtes
  6. enflammèrent
futur simple
  1. enflammerai
  2. enflammeras
  3. enflammera
  4. enflammerons
  5. enflammerez
  6. enflammeront
subjonctif présent
  1. que j'enflamme
  2. que tu enflammes
  3. qu'il enflamme
  4. que nous enflammions
  5. que vous enflammiez
  6. qu'ils enflamment
conditionnel présent
  1. enflammerais
  2. enflammerais
  3. enflammerait
  4. enflammerions
  5. enflammeriez
  6. enflammeraient
passé composé
  1. ai enflammé
  2. as enflammé
  3. a enflammé
  4. avons enflammé
  5. avez enflammé
  6. ont enflammé
divers
  1. enflamme!
  2. enflammez!
  3. enflammons!
  4. enflammé
  5. enflammant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor enflammer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanmoedigen aiguillon; encouragement; exciter; incitation; inciter; stimulant; stimulation; stimuler
opwekken excitation; instigation
stimuleren aiguillon; avancements; encouragement; exciter; incitation; inciter; promotions; stimulant; stimulation; stimulations; stimuler
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanmoedigen activer; animer; enflammer; raviver; stimuler; vivifier acclamer; activer; aggraver; aiguillonner; animer; animer quelqu'un; applaudir; attiser; aviver; donner du courage; encourager; enthousiasmer; exciter; exciter à; faciliter; favoriser; inciter; inspirer; motiver; ovationner; promouvoir; ranimer; stimuler; tisonner; vivifier; éperonner
activeren activer; animer; enflammer; raviver; stimuler; vivifier activer; animer; aviver; déclencher; ranimer; raviver; stimuler; vitaliser; vivifier
bezielen activer; animer; enflammer; raviver; stimuler; vivifier acclamer; animer; animer quelqu'un; applaudir; attiser; donner du courage; enthousiasmer; exciter; favoriser; inspirer; ovationner; promouvoir; ranimer; stimuler; vivifier
oppeppen activer; animer; enflammer; raviver; stimuler; vivifier
opwekken activer; animer; enflammer; raviver; stimuler; vivifier actionner; aguillonner; aiguillonner; aiguiser; allumer; ameuter; animer; aviver; exciter; inciter; mettre en marche; picoter; piquer; pousser; ranimer; raviver; stimuler; vitaliser; vivifier
stimuleren activer; animer; enflammer; raviver; stimuler; vivifier acclamer; actionner; activer; aggraver; aguillonner; aiguillonner; aiguiser; allumer; ameuter; animer; applaudir; attiser; aviver; encourager; exciter; exciter à; inciter; inciter à; mettre en marche; motiver; ovationner; picoter; piquer; pousser; provoquer; ranimer; stimuler; tisonner; éperonner; être l'instigateur de

Synoniemen voor "enflammer":


Wiktionary: enflammer

enflammer

Verwante vertalingen van enflammer